Samenvatting
Bij de bepaling van de betrouwbaarheid van een instrument gaat het om het nagaan of een instrument consistent meet. Bij een diagnostisch instrument is het ten eerste van belang te meten of er sprake is van samenhang tussen de items (interne consistentie) en of de scoring niet afhankelijk is van een willekeurige beoordelaar (interbeoordelaarsbetrouwbaarheid). Verder is het belangrijk te weten in hoeverre één beoordelaar bij een tweede beoordeling van dezelfde afname consequent scoort (intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid) en in hoeverre patiënten vergelijkbare scores halen als het instrument op een ander moment bij hen wordt afgenomen (test-hertestbetrouwbaarheid). Dit alles hebben we onderzocht met een aantal statistische methodes die hierna per taak worden beschreven.