2010 | OriginalPaper | Hoofdstuk
Antihypertensiva
Auteurs : Prof. dr. P.W. de Leeuw, Prof. dr. J.W. van Ree
Gepubliceerd in: Diagnose en therapie 2010
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Ongeveer 15 tot 20% van de volwassen bevolking is behept met hypertensie. In het merendeel van de gevallen is er geen duidelijke oorzaak voor de bloeddrukverhoging aan te wijzen en spreekt men van primaire of essentiële hypertensie (EH). Gegeven de lage frequentie van secundaire hypertensie (minder dan 10% in een ongeselecteerde hypertensiepopulatie), heeft het geen zin om bij iedere patiënt te zoeken naar een oorzaak van de hypertensie. Men doet dit wel in geselecteerde patiëntengroepen. Zo neemt de kans op het vinden van een nierarteriestenose aanzienlijk toe als men het onderzoek hiernaar bijvoorbeeld uitvoert bij rokende patiënten met een bloeddruk boven de 110 mmHg diastolisch. De kans op een secundaire vorm van hypertensie is ook groter naarmate de patiënt jonger is of wanneer de bloeddrukverhoging in korte tijd is ontstaan.