Samenvatting
Hoofdstuk 9 behandelt een netwerk van metabole wegen waarin een aantal voor de mens belangrijke aminozuren met elkaar verbonden worden. We beginnen met de twintig verschillende aminozuurbouwstenen die nodig zijn voor de eiwitsynthese. Een deel hiervan, de niet-essentiële aminozuren, kan door ons eigen metabolisme worden aangemaakt. In tegenstelling hiermee staan de essentiële aminozuren, die alleen via de voeding in het lichaam kunnen worden opgenomen. Aminozuren kunnen ook worden afgebroken, waarbij het stikstofafval in de lever veilig tot ureum wordt verwerkt, dat in de urine wordt uitgescheiden. Zonder deze metabole werking van de lever zou het lichaam door opstapeling van ammoniak worden vergiftigd. We bespreken ook stofwisselingsziekten van het aminozuurmetabolisme, zoals alkaptonurie, albinisme en fenylketonurie. We eindigen het hoofdstuk met belangrijke van aminozuren afgeleide moleculen. Voorbeelden hiervan zijn heem dat we vinden in hemoglobine en in cytochromen, en de hormonen adrenaline en schildklierhormoon.