01-02-2009 | referaat
Adrenal suppression following a single dose of etomidate for rapid sequence induction: a prospective randomized study
A. N. Hildreth, V. A. Mejia, R. A. Maxwell, P. W. Smith, B. W. Dart, D. E. BarkerJ Trauma 2008;65(34):573-9
Gepubliceerd in: Nederlands Tijdschrift voor Traumachirurgie | Uitgave 1/2009
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Etomidaat, een veelvuldig gebruikt inductiemiddel om (in combinatie met een spierverslapper) in spoed-situaties endotracheale intubatie te faciliteren, kan (tijdelijke) bijnier-schorsinsufficiëntie veroorzaken. Hildreth en collega's hebben in een level-1-traumacentrum in de Verenigde Staten een gerandomi-seerd, gecontroleerd onderzoek uit-gevoerd naar klinische effecten van toediening van een eenmalige dosis etomidaat bij traumapatiënten. De onderzoekspopulatie betrof dertig traumapatiënten. Hiervan onder-gingen er achttien een rapid sequence induction (RSI) met etomidaat (0,3 mg/kg) en succinylcholine 1 mg/kg. De overige twaalf traumapatiënten vormden de controle-groep en kregen 100 µg fentanyl, 5 mg midazolam en 1 mg/kg succinylcholine toegediend. Vóór en vier tot zes uur na toediening van de medicatie werd bij alle patiënten het serumcortisolgehalte geme-ten. Tevens werd direct hierna een ACTH-stimulatietest uitgevoerd. Het bleek dat vier tot zes uur na toe -diening het gemiddelde serumcor-tisol in de etomidaatgroep significant lager was dan in de fentanyl-/ midazolamgroep (zie tahel 1). Ook was het gemiddelde serumcortisolgehalte na de ACTH-stimulatietest in de etomidaatgroep significant lager dan in de controlegroep (tabel 1). Daarnaast bleken klinische uit-komstvariabelen, zoals ligduur op de Intensive Care (IC-ligduur), beademingsduur en opnameduur, significant korter te zijn in de controlegroep. De onderzoekers beve-len aan om andere middelen dan etomidaat te gebruiken voor RSI bij traumapatiënten.