Samenvatting
In het voorgaande hoofdstuk werd de functieanalyse uitgewerkt. Dit is slechts één deel van de gedragstherapeutische probleemanalyse, die uit de functieanalyse én de holistische theorie bestaat (Hermans, Daeseleire & Eelen, 1998). In deze op maat gesneden hypothesevorming beslaat de functieanalyse het microniveau. Het voor behandeling geselecteerde probleemgedrag wordt onder de loep genomen. De cruciale antecedenten en bekrachtigers worden geanalyseerd tegen de betekeniscontext waarin het gedrag plaatsheeft. De holistische theorie betreft de analyse op een wat hoger niveau van aggregatie. Het beschrijft de relatie tussen de diverse probleemgebieden. Dit is dus eerder op een macroniveau. Zo vullen de twee elkaar goed aan. Maar er is meer: beide staan in permanente interactie. Zo kunnen functieanalyses een cruciale bron van informatie zijn bij het opstellen van de holistische theorie.