Samenvatting
Een reconstructie van een oor wordt uitgevoerd als er een geheel of een gedeeltelijk defect van de oorschelp bestaat door een aangeboren afwijking of een trauma, of na excisie van een tumor. Bij een reconstructie zal een tekort aan huid en/of kraakbeen moeten worden aangevuld. Huid wordt verkregen door een transpositielap of door het inbrengen van een tissue expander. Voor het kraakbeen kan men autoloog kraakbeen uit de rib gebruiken, dat vervolgens nog moet worden bewerkt.
Het corrigeren van de stand van de oorschelp gebeurt door het modelleren van het kraakbeen. Door het kraakbeen te scarificeren (in te kerven), kan men de vorm veranderen. Dit kan in combinatie met hechten worden toegepast. De incisie wordt meestal retro-auriculair gezet. De operatie kan zowel poliklinisch onder plaatselijke verdoving (bij volwassenen) worden uitgevoerd, als onder algehele anesthesie, bij kinderen eventueel na opname.