Skip to main content
Top
Gepubliceerd in:
Omslag van het boek

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

1 Algemene richtlijnen

Auteur : Leonie Ruettermann-Kwak

Gepubliceerd in: Plastische chirurgie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In de plastische chirurgie is een aantal zaken specifiek; daarom worden ze in dit hoofdstuk besproken. De plastisch chirurg kan overal aan het lichaam moeten opereren en daar dient het hele team te allen tijden rekening mee te houden. De patiënt moet altijd symmetrisch op de operatietafel liggen en bij iedere houding moet er aandacht worden geschonken aan de mogelijke nadelige gevolgen van die positionering. Om de capillaire circulatie te kunnen beoordelen, desinfecteert de plastisch chirurg bij voorkeur met een kleurloze desinfectans, afhankelijk van de locatie met of zonder alcohol. Bij zowel desinfecteren als afdekken geldt dat de plastisch chirurg vaak links en rechts van het lichaam moet kunnen vergelijken. De plastisch chirurg tekent bijna altijd een planning op de patiënt met chirurgische inkt of een stift. Dit kan pre- of peroperatief, soms allebei. Andere peroperatieve aandachtspunten zijn: niet onnodig het weefsel vatten, fijn instrumentarium gebruiken, het weefsel vochtig houden en/of vochtige gazen gebruiken; dit alles om onnodige schade aan het weefsel te voorkomen. Kenmerkend voor de plastische chirurgie zijn de transfixiehechting, hechtingen die over bijvoorbeeld een vet gaas worden geknoopt om uitscheuring te voorkomen, en de tie-over, een pakketje van bijvoorbeeld watten of schuimrubber dat met lange hechtingen wordt vastgehecht om lokale druk te geven. Veelal worden wondhechtstrips gebruikt om de wondranden te ondersteunen.
Postoperatief verbinden is een essentieel onderdeel van de plastische zorg; hiervoor bestaan verschillende methoden en materialen. Belangrijk is dat een verband geen druknecrose geeft en dat het een aantal dagen goed gefixeerd blijft.
Microchirurgie bij vaatanastomosen of zenuwletsel is een onderdeel van de plastische chirurgie. Het micro-instrumentarium is kwetsbaar en moet met zorg behandeld worden en goed worden schoongehouden om corrosie door bloedresten te voorkomen.
In de plastische chirurgie worden diverse implantaten gebruikt. De mamma-implantaten worden primair ingebracht bij een mamma-augmentatie, of kunnen als reconstructie van de mamma worden ingebracht na bijvoorbeeld een mamma-amputatie. Als er een tekort aan weefsel is, kan een tissue expander worden ingebracht om weefsel op te rekken. Een tissue expander wordt op de operatiekamer ingebracht en regelmatig poliklinisch gevuld met fysiologisch zout, waardoor de huid oprekt en in hoeveelheid toeneemt. Als de gewenste hoeveelheid huid is bereikt, wordt de tissue expander operatief verwijderd en wordt het defect gesloten. Andere voorkomende prothesen worden gebruikt in de handchirurgie, namelijk gewrichtsprothesen en de tendon spacer. Om weefselreactie en infectie te voorkomen, zal er bij implantaten op moeten worden gelet dat het implantaat zo min mogelijk wordt aangeraakt, dat er schone handschoenen kunnen worden gedragen en dat de omgeving van het implantaat schoon is.
Metagegevens
Titel
1 Algemene richtlijnen
Auteur
Leonie Ruettermann-Kwak
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1181-1_1