Gepubliceerd in:
2017 | OriginalPaper | Hoofdstuk
10 Stoornisgerichte therapie/training
Samenvatting
Een probleemanalyse bij een patiënt kan een stoornis als boosdoener opleveren. Dan ligt het voor de hand te bezien of een op deze stoornis gerichte therapie of training effect heeft. Wanneer dit niet lukt of niet mogelijk is, kan men zoeken naar compensaties of aanpassingen van de omgeving. Neurorevalidatie is veel meer dan motorische revalidatie. In dit hoofdstuk wordt daarom de aanpak bij uiteenlopende stoornissen besproken: van parese, sensibiliteit en hemianopsie via apraxie, agnosie, afasie en neglect tot geheugen, aandacht, ziekte-inzicht en denken. Veel kunnen we leren van de historische ontwikkeling, bijvoorbeeld in het geval van afasietherapie. Ook hier blijkt overduidelijk dat die ene superieure standaardtherapie niet bestaat. De te hanteren methode moet toegesneden zijn op de individuele patiënt. De meeste onderliggende concepten zijn logisch en theoretisch helder. Dit betekent echter niet automatisch dat alle methodes ook effectief zijn. De veelheid van mogelijkheden staat in schril contrast met de schaarste van effectonderzoek. Toch is er reden tot optimisme: het schaarse effectonderzoek wijst wel in een positieve richting: therapie is mogelijk en kan effectief zijn, ook jaren na het optreden van de hersenbeschadiging.