Samenvatting
De stoornissen moeten zo ernstig zijn dat het dagelijks leven wordt verstoord en mogen niet verklaard worden door een periode van delier, met gedaald bewustzijn of ernstige depressie. Om een dementie te kunnen vaststellen moet een algemeen lichamelijk onderzoek worden uitgevoerd, aangevuld met laboratoriumbepalingen van onder meer lever- en nierfunctie, schildklierfunctie, calcium, glucose, hemoglobine, hematokriet, vitamine B12, B1 en foliumzuur, op indicatie aan te vullen met andere bepalingen (bijvoorbeeld Luesreacties, HIV, geneesmiddelenspiegels).