Skip to main content
Top

2015 | OriginalPaper | Hoofdstuk

22. Welke wet voor welke zorg

Auteurs : M. van der Burgt, E. van Mechelen-Gevers, M. te Lintel Hekkert

Gepubliceerd in: Introductie in de gezondheidszorg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De bekostiging van zorg is geregeld via vier wetten: Zorgverzekeringswet (ZVW), Wet langdurige zorg (Wlz), Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), Jeugdwet. De ZVW dekt kosten van korte, curatieve zorg, thuisverpleging- en verzorging. Verzekering is verplicht. Poliskosten van het basispakket bestaan uit een nominaal en inkomensafhankelijk bedrag, plus een eigen risico. Een aanvullend pakket is niet verplicht. De verzekeraar levert de zorg (naturapolis) of betaalt de kosten terug (restitutiepolis). De volksverzekering Wlz dekt kosten van langdurige zorg met verblijf, met als criterium blijvende zware zorgbehoefte. Het CIZ bepaalt wie in aanmerking komt. Indicatiestelling gebeurt onafhankelijk en integraal. Op basis van het zorgprofiel maken cliënt en zorgaanbieder afspraken welke zorg er wordt verleend. De bijdrage aan de Wlz wordt via de Belastingdienst geïnd. De WMO en Jeugdwet worden uitgevoerd door gemeenten. De WMO regelt dat mensen met beperkingen kunnen participeren in de maatschappij, de Jeugdwet regelt de meeste zorg voor kinderen en jongeren.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Voetnoten
1
In de wet is gekozen voor de volgende formulering: zorg zoals huisartsen en medisch specialisten die plegen te bieden. Daarmee maakt de overheid duidelijk dat het om de zorg gaat en niet om degene die de zorg verleent. Op deze manier worden ‘functionele zorgaanspraken’ omschreven. Natuurlijk worden wel eisen aan kwaliteit en bevoegdheid gesteld. Door deze formulering wordt het mogelijk dat bijvoorbeeld praktijkverpleegkundigen en nurse practitioners (delen van) de zorg van artsen overnemen. Zo creëert de overheid voorwaarden voor een flexibelere (en goedkopere) zorg.
 
Metagegevens
Titel
Welke wet voor welke zorg
Auteurs
M. van der Burgt
E. van Mechelen-Gevers
M. te Lintel Hekkert
Copyright
2015
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0869-9_22