Skip to main content
Top

2006 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Wat is de behandeling bij pijnlijke nachtelijke kuitkrampen?

Auteur : dr. Antwoord van P.H.P. Jansen

Gepubliceerd in: Vademecum permanente nascholing huisartsen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Met spierkramp bedoelen we een pijnlijke onwillekeurige samentrekking van een spier die niet langer duurt dan enkele minuten. De diagnose spierkramp berust op een zorgvuldige anamnese, waarin elk aspect van de definitie aan bod komt. Alleen zo kan men vermijden dat de diagnose spierkramp ten onrechte wordt gesteld bij andere kwalen zoals (spier)pijn of (spier)stijfheid.
Literatuur
go back to reference Ross BH, Thomas CK. Human motor unit activity during induced muscle cramp. Brain 1995; 118: 983-93. Ross BH, Thomas CK. Human motor unit activity during induced muscle cramp. Brain 1995; 118: 983-93.
go back to reference Jansen PHP, Dijck JAAM van, Verbeek ALM, et al. Estimation of the frequency of muscle cramp in the adult population of the Netherlands: a neuro-epidemiologic survey In: Layzer RB (ed). Motor unit hyperactivity states. New York: Raven Press, 1993: 125-31. Jansen PHP, Dijck JAAM van, Verbeek ALM, et al. Estimation of the frequency of muscle cramp in the adult population of the Netherlands: a neuro-epidemiologic survey In: Layzer RB (ed). Motor unit hyperactivity states. New York: Raven Press, 1993: 125-31.
go back to reference Jansen PHP, Veenhuizen KCW, Wesseling AIM, et al. Randomised controlled trial of hydroquinine in muscle cramps. Lancet 1997; 349: 528-32. Jansen PHP, Veenhuizen KCW, Wesseling AIM, et al. Randomised controlled trial of hydroquinine in muscle cramps. Lancet 1997; 349: 528-32.
Metagegevens
Titel
Wat is de behandeling bij pijnlijke nachtelijke kuitkrampen?
Auteur
dr. Antwoord van P.H.P. Jansen
Copyright
2006
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8808-0_1486