In de afgelopen decennia is grote vooruitgang geboekt bij de behandeling van hartritmestoornissen. Door de opkomst van de radiofrequentie (RF) katheter-ablatie kunnen we een groot aantal ritmestoornissen definitief uitschakelen. Gezien de hoge succeskans en het lage risico op complicaties, lijkt er geen plaats meer te bestaan voor medicamenteuze therapie (1). Ablatie kan de oorzaak van de ritmestoornis elimineren, terwijl medicatie het aritmiemechanisme intact laat. Zo zal digoxine de kamerfrequentie bij atriumfibrilleren doeltreffend verlagen, maar zullen een onregelmatige hartslag en palpitaties blijven bestaan (2).