Skip to main content
Top

2001 | hbo | Boek

Vaardigheden basisverpleegkunde

Auteurs: I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

In het boek 'Vaardigheden basiszorg' worden bijna 100 basisvaardigheden beschreven voor de kwalificatieniveaus 4 en 5. Na een korte toelichting volgt een protocol waarin het doel van de handeling staat toegelicht. Het protocol vervolgt met de benodigde materialen en de stappen uit de voorbereiding, uitvoering en nazorg. Elke handeling wordt afgesloten met een checklist die gebruikt kan worden om te toetsen of de vaardigheid voldoende wordt beheerst. De 100 basisvaardigheden zijn ondergebracht in 10 hoofdstukken: . ondersteuning bij lichamelijke hygiëne en uiterlijke verzorging van een zorgvrager . voedingtoestand van een zorgvrager stimuleren en ondersteunen . zorgvrager ondersteuning bieden bij de uitscheiding . mobiliteit stimuleren en ondersteunen . ademhaling, temperatuur en circulatie stimuleren en ondersteunen . slaap-/waakritme stimuleren en ondersteunen . basisvaardigheden ten behoeve van specifieke zorgvragers . medicijnen toedienen . injecteren . wonden verzorgen De vaardigheden zijn ruim voorzien van illustraties, omdat het bij het aanleren van handelingen vooral ook gaat om het zien. Het boek wordt afgesloten met een tweede deel, zijnde basisvaardigheden op sociaal en communicatief gebied. Luisteren, een gesprek voeren, feedback geven en andere elementaire sociale vaardigheden worden op een heldere wijze uiteengezet

Inhoudsopgave

Voorwerk

Hygiënische maatregelen ten behoeve van de basiszorg

Voorwerk
1. Het wassen van de handen
Abstract
Handen wassen moet voor verplegend/verzorgend personeel een automatisme zijn. Het is een van de belangrijkste maatregelen om (ziekenhuis)infecties te voorkomen en te bestrijden omdat zo het overbrengen van pathogene micro-organismen op zorgvragers en personeel voorkomen wordt.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans

Ondersteuning bieden bij de lichamelijke hygiëne en uiterlijke verzorging van een zorgvrager

Voorwerk
2. Het observeren van de huid
Abstract
De huid is het grootste orgaan van het menselijk lichaam. Vele processen die zich in het lichaam afspelen manifesteren zich onder andere via de huid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan oedemen als gevolg van diabetes, decompensatie van het hart of van bepaalde nieraandoeningen enzovoort.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
3. Het geven van een volledige wasbeurt op bed, onder de douche of in bad
Abstract
Een goede lichaamsverzorging is belangrijk voor het gaaf en gezond houden van de huid. Dat is nodig omdat de huid de functie heeft de mens te beschermen tegen infecties.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
4. Het helpen bij gezichtsverzorging
Abstract
In de lederhuid bevinden zich verschillende kliertjes die de huid van de nodige vetten moeten voorzien en de afvalstoffen naar buiten moeten voeren. Onvoldoende schoonmaken van de poriën en de extra belasting van de (vaak) droge en warme lucht in het ziekenhuis maken de kans op infectie groot. Het elastisch bindweefsel gaat namelijk onvoldoende functioneren en de huid van het gezicht kan uitdrogen. Water en zeep zijn voor het verzorgen van de gezichtshuid dan ook niet altijd genoeg.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
5. Het opbrengen van (basis) make-up
Abstract
Make-upartikelen zijn in grote verscheidenheid en onder zeer veel merknamen in de handel. Het gebruik van make-up is afhankelijk van de gewoonte en de leefregels van de zorgvrager.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
6. Het toedienen van medicijnen: per os/per rectum en vaginaal
Abstract
De nagelverzorging is bij de meeste mensen een onderdeel van de dagelijkse persoonlijke hygiëne. Nagels worden gereinigd bij het handen wassen (of apart geborsteld) en worden geknipt als ze te lang zijn.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
7. Het reinigen van het gebit en de gebitsprothese
Abstract
Mondverzorging bestaat uit het borstelen van het gebit en het tandvlees en het reinigen van de mondholte. De hulp die de verpleegkundige biedt kan uiteenlopen van het aanreiken van een glas water tot het volledig verzorgen van de mond. Normaal gesproken wordt het gebit driemaal daags gereinigd bij voorkeur na de maaltijd. De frequentie van de mondverzorging is verder afhankelijk van de situatie waarin de zorgvrager zich bevindt en van de wensen van de zorgvrager.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
8. Het verzorgen van de mondholte
Abstract
Medicijnen kunnen op verschillende manieren toegediend worden.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
9. Het verzorgen van de ogen, neus en oren
Abstract
De verzorging van ogen, oren en neus vormt een vast onderdeel van de dagelijkse verzorging. De mate van hulp en de frequentie zijn sterk afhankelijk van de situatie van de zorgvrager. Wanneer bij een zorgvrager de natuurlijke reiniging van het neusslijmvlies wegvalt moet men op speciale verzorging ervan overgaan (door bijvoorbeeld maagsonde of zuurstofslangetje).
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
10. Het controleren van de pupilreactie
Abstract
Bij mogelijke aandoeningen van het zenuwstelsel, bijvoorbeeld na een ongeval, bij een hersentumor of oogafwijking, wordt door de arts het controleren van de pupilreactie voorgeschreven. Hierbij wordt de beweeglijkheid van de pupil gecontroleerd.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
11. Het observeren van het gehoor
Abstract
In een verpleegsituatie is een zo optimaal mogelijke communicatie van belang.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
12. Het scheren van een mannelijke zorgvrager (droog en nat)
Abstract
De verzorging van baard en snor vormt een vast onderdeel van de dagelijkse verzorging van een (mannelijke) zorgvrager. Voor een zorgvrager die gewend is zich regelmatig te scheren kan het een onaangenaam gevoel zijn niet op tijd goed geschoren en verzorgd te worden.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
13. Het wassen van de haren bij een bedlegerige zorgvrager
Abstract
De conditie van het haar wordt grotendeels bepaald door de algehele gezondheid van de mens. Het haar wordt via de circulatie voorzien van voedingsstoffen. Proteïne is een van de belangrijkste voedingsstoffen voor het haar. Talgkliertjes op de hoofdhuid produceren de meeste talg. Men kent verschil in dikte, conditie (droog/vet) en de vorm van het haar (krullend of niet).
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
14. Het verwijderen van hoofdluis
Abstract
Het hebben van luizen heeft niets te maken met het al dan niet betrachten van een goede hygiëne. Desondanks schamen de meeste mensen zich wanneer bij hen luizen geconstateerd worden. De besmetting vindt vaak plaats via jassen aan kapstokken op scholen en in andere openbare gelegenheden. Ouders van kleine kinderen dienen extra alert te zijn.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
15. Het bestrijden van schurftmijt
Abstract
De schurftmijt, die ongeveer een halve millimeter groot is, graaft zich onder de opperhuid en veroorzaakt allergische reacties.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
16. 16 Het toedienen van medicijnen: per os/per rectum en vaginaal
Abstract
Kleding moet de mens beschermen tegen schadelijke invloeden van buitenaf, bijvoorbeeld weersinvloeden zoals kou en zonnestralen.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
17. 17 Het aantrekken van elastische kousen
Abstract
Op medische gronden worden door een arts elastische kousen voorgeschreven, bijvoorbeeld na een heupoperatie of het verwijderen van spataderen. Ook valt te denken aan zorgvragers met een ulcus-cruris (‘open been’), claudicatio intermittens (‘etalageziekte’), diabetes mellitus enzovoort. Er zijn verschillende soorten elastische kousen: sommige reiken van de voet tot de knie, andere van de voet tot halverwege het onderbeen. De arts schrijft de juiste lengte voor. De kousen worden aangemeten of er wordt gebruikgemaakt van de standaardmaten: small, medium, large.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
18. Het helpen bij het gebruik en onderhoud van een hoortoestel (gehoorapparaat)
Abstract
Een hoortoestel (oude benaming: gehoorapparaat) is een instrument dat geluiden uit de omgeving opvangt, versterkt en doorgeeft aan de drager. Het werkt als een microtelefoon en wordt gevoed door batterijen. Een hoortoestel heeft een volumeregelaar, waarvan de zorgvrager doorgaans het beste weet hoe de stand moet zijn. De zorgvrager is vaak in hoge mate afhankelijk van het toestel voor zijn communicatie met de omgeving.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
19. Het helpen bij het verzorgen van (harde en zachte) contactlenzen: verwijderen, reinigen en inbrengen
Abstract
Een contactlens ligt direct op de pupil van het oog. Een zachte lens is, in tegenstelling tot een harde lens, flexibel en plooibaar.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
20. Het helpen bij gebruik en onderhoud van een bril
Abstract
Het spreekt vanzelf dat een goed onderhoud (schoonhouden) van hulpmiddelen en prothesen voor een zorgvrager van groot belang is. Vooral de zorg voor de bril wordt nogal eens vergeten. De mate waarin hulp nodig is hangt sterk af van de situatie en de zelfredzaamheid van de zorgvrager.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
21. Het helpen bij het verzorgen van een oogprothese
Abstract
De meeste zorgvragers met een oogprothese hebben vaak hun eigen manier om deze te verzorgen. Het meest gebruikelijk is de prothese een keer per dag te reinigen maar meermalen per dag (drie keer) komt ook voor. De mate waarin hulp nodig is, wordt bepaald door de situatie en de zelfredzaamheid van de zorgvrager. Het omgaan met oogprothesen vereist specifieke ervaring en dient bij voorkeur aan de zorgvrager zelf te worden overgelaten.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans

De voedingstoestand van een zorgvrager stimuleren en ondersteunen

Voorwerk
22. Het helpen van een zorgvrager bij het eten en drinken
Abstract
Optimale voeding verbetert de voedingstoestand en maakt de zorgvrager sterker. De kans dat de gezondheidsproblemen eerder of gemakkelijker verdwijnen neemt daarmee toe.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
23. Het meten en wegen van de zorgvrager
Abstract
Een normaal lichaamsgewicht is een kenmerk van een goede voedingstoestand.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
24. Het toedienen van sondevoeding
Abstract
Toedienen van voeding per sonde is een mogelijkheid die toegepast wordt wanneer normaal eten en drinken niet kan of mag. Sondevoeding is nauwkeurig te doseren en bevat alle benodigde voedingsstoffen. Te denken valt aan T(totale), P(arenterale), N(voeding) ofwel Total Raprenteral Nutricion (TPN).
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
25. Het verzorgen van een voedingssonde
Abstract
Een voedingssonde heeft dagelijks verzorging nodig. Nagegaan wordt of de sonde nog goed gefixeerd is en goed doorlaatbaar is voor voeding en eventueel medicijnen. Ook inspectie van de neusgaten van de zorgvrager is van belang. De neus kan verstopt raken door korstjes die verwijderd dienen te worden. De zorgvrager kan immers de neus niet snuiten. Ook dient er gelet te worden op beschadiging of infectie van het neusslijmvlies.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans

Zorgvrager ondersteuning bieden bij de uitscheiding

Voorwerk
26. Het geven van een urinaal/po/schuitje bij een bedlegerige zorgvrager
Abstract
Het geven en weghalen van een po is in een verpleegsituatie al snel een routinehandeling. Voor veel zorgvragers is het een nieuwe en vaak vervelende, beschamende ervaring. Ook kunnen culturele aspecten een grote rol spelen.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
27. Het verwijderen van urine in de blaas door de manoeuvre van Credé
Abstract
De blaas wordt slap en vertoont afwezigheid van reflexen wanneer het neuron dat de lozingsreflex bestuurt beschadigd is.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
28. Hulp bieden bij het opgeven van sputum
Abstract
Het losmaken en ophoesten van slijm uit de luchtwegen kan de longventilatie aanzienlijk bevorderen. Dit kan met de handen gebeuren maar ook met een vibrator of vibrax. Dit is een elektrisch instrument dat trillende bewegingen maakt en hetzelfde effect heeft als tapotage. In vele gevallen wordt hiervoor de fysiotherapie ingeschakeld.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
29. Hulp bieden bij het braken
Abstract
Bij het braken komt de inhoud van de maag met opwaartse peristaltische bewegingen vanuit de maag, via de slokdarm en mondholte naar buiten. Vaak gaat het gepaard met een gevoel van misselijkheid. De zorgvrager kan transpireren en andere verschijnselen vertonen, zoals hevige angst, verslikken, snelle ademhaling, daling van de bloeddruk en verhoging van de pols(slag). Soms blijven verschijnselen als lichte duizeligheid en hoofdpijn over. Om de oorzaak van braken te kunnen achterhalen is het noodzakelijk zowel het braken als het braaksel goed te observeren.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
30. Het verzorgen van een zorgvraagster bij de menstruatie
Abstract
Bij de menstruatie wordt periodiek het baarmoederslijmvlies op de basale laag na afgestoten. Dit uit zich in een maandelijks of periodiek terugkerend bloedverlies via de vagina. Enige dagen voor de menstruatie kan een gevoel van spanning in de buik en de borsten optreden, gepaard gaand met verschijnselen van vermoeidheid, hoofdpijn en een algeheel gevoel van malaise.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
31. Het aanbrengen en verwisselen van incontinentiemateriaal
Abstract
Medicijnen kunnen op verschillende manieren toegediend worden.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
32. Het verzorgen van een urineverblijfskatheter en het wisselen van een urineopvangzak
Abstract
Een verblijfskatheter wordt meestal aangesloten op een urineopvangzak. Deze opvangzak moet minimaal eenmaal per 24 uur worden verwisseld, ongeacht of deze vol is. Bij zorgvragers die veel drinken of bij gebruik van een infuus met een hoge druppelsnelheid moet het verwisselen van de urinezak vaker plaatsvinden. Wanneer de opvangzak te vol wordt kan de urine teruglopen in de urinewegen en infecties veroorzaken. Urine kan eveneens teruglopen als de opvangzak boven het niveau van de urinewegen van een zorgvrager wordt gehangen. Men dient hierop te letten. Ook kan de opvangzak scheuren. Zorg ervoor dat voor het verwisselen alle benodigdheden onder handbereik zijn om knoeien te voorkomen. Werk zo schoon mogelijk.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
33. Het aanbrengen en verzorgen van een externe katheter
Abstract
Incontinent zijn is voor een zorgvrager niet alleen vervelend maar verhoogt ook de kans op decubitus.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
34. Het toedienen van een hoog opgaand klysma via het rectum
Abstract
Wanneer er om bepaalde redenen niet gekozen kan worden voor een ander soort klysma, schrijft de arts een hoog opgaand klysma voor. Dit is een rectaal toegediende hoeveelheid vocht (meestal één tot twee liter). In de regel wordt hiervoor fysiologisch zout gebruikt (0,65 of 0,45%) omdat dit het minst belastend is voor de zorgvrager. Wanneer echter een grondige reiniging noodzakelijk is, kan gekozen worden voor een sterkere vloeistof met een verhoogde prikkelende werking, bijvoorbeeld een suikeroplossing (niet toepassen bij diabeten), of fysiologisch zout 0,9% (niet toepassen bij zorgvragers met een natriumbeperking).
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
35. Het inbrengen van een rectumcanule bij flatulentie
Abstract
Flatulentie is opeenhoping van lucht waardoor de maag en de darmen uitzetten. Een flatus (een wind) is het gevolg van het inslikken van lucht, van het eten van voedsel dat bij vertering zorgt voor veel vrijkomende gassen of van bacteriewerking in de dikke darm. De lucht verzamelt zich in de dikke darm en dit kan een opgeblazen gevoel geven en krampachtige pijn.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
36. Het verzorgen van aambeien
Abstract
Aambeien (= hemorroïden) zijn uitzettingen van aders van de endeldarm. Ze ontstaan door stuwing in de anus of in de omgeving ervan en door oorzaken die stuwing teweegbrengen door belemmeringen van het terugvloeien van bloed naar de buikorganen. Aambeien komen zowel in- als uitwendig voor. Ze komen voor bij zorgvragers van alle leeftijden, soms als complicatie bij bepaalde ziekten, bijvoorbeeld leveraandoeningen. Ook zwangerschap en chronische obstipatie kunnen aambeien veroorzaken. De oorzaak is altijd een verhoogde druk op het bloedvatstelsel.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
37. Het verzorgen van een anus praeternaturalis (ap of stoma)
Abstract
Een ap of stoma is een operatief kunstmatig aangelegde anus in de buikwand van de zorgvrager. Men onderscheidt tijdelijke en blijvende stoma’s, dit is afhankelijk van de reden waarom overgegaan wordt tot de aanleg ervan. Zorgvragers met darmkanker krijgen vaak een blijvend stoma, in geval van bijvoorbeeld een ontsteking van de darm is deze maatregel tijdelijk.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
38. Het observeren van de darmperistaltiek
Abstract
Zonder veel moeite is door een hulpverlener na te gaan of de darmperistaltiek van een zorgvrager goed functioneert. Je kunt vragen of de zorgvrager normale ontlasting heeft gehad en eventueel, wanneer het ontlastingpatroon sterk afwijkt van wat de zorgvrager gewend is, samen met de zorgvrager zoeken naar de oorzaak. Hierbij mogen psychische oorzaken niet worden uitgesloten. Te denken valt aan stress, moeilijke rouwverwerking of ander psychisch lijden.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
39. Rectaal toucheren: manueel verwijderen van feces
Abstract
Rectaal toucheren is het inwendig onderzoeken van de endeldarm.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans

De mobiliteit van een zorgvrager stimuleren en ondersteunen

Voorwerk
40. Het hoog leggen van een arm of been
Abstract
Het kan om verschillende redenen raadzaam zijn een arm of been hoog te leggen (bijv. het bestrijden van oedeem of het bevorderen van een veneuze afvoer), of na traumata of orthopedische operaties.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
41. Het helpen van een bedlegerige en hulpbehoevende zorgvrager in een voor hem goede houding
Abstract
Zorgvragers hebben vaak voorkeur voor een bepaalde houding omdat zij deze als prettig ervaren. Het is niet altijd mogelijk om deze houding in bed aan te nemen omdat de arts vaak een bepaalde houding voorschrijft om onder andere de genezing te bevorderen of complicaties te voorkomen.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
42. Het vervoer van een zorgvrager per bed/brancard/rolstoel
Abstract
Als een zorgvrager aan bed gekluisterd is, kan besloten worden de zorgvrager per bed te vervoeren. Een nadeel is soms dat je dat altijd met twee personen moet doen omdat een bed zo onhandelbaar is. In de meeste instellingen zijn tegenwoordig bedden die door hun wendbaarheid door één verpleegkundige kunnen worden bediend.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
43. Het tillen van een bedlegerige en hulpbehoevende zorgvrager met behulp van een mechanische lift
Abstract
De patiëntenlift, mechanische lift, ook wel stalen verpleegster genoemd, is een hulpmiddel bij het tillen. Er bestaan vele modellen, die bijna hetzelfde zijn en in detail iets van elkaar afwijken. Ze kunnen worden gebruikt voor verschillende doeleinden, o.a. voor het tillen van zware zorgvragers, uit bed op de stoel of omgekeerd.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
44. Het verplaatsen van een zorgvrager in bed met behulp van de schaarliftmethode
Abstract
Met behulp van verschillende tiltechnieken kan een zorgvrager meerdere keren per dag rechtop in bed worden gezet. Een ervan is de schaarliftmethode, die uitgevoerd wordt door twee verpleegkundigen. De zorgvrager kan de benen buigen en meehelpen door zich met zijn voeten af te zetten.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
45. Het verplaatsen van een zorgvrager in bed in zijligging
Abstract
Kantelingen gebruik je bij kortdurende handelingen zoals bed verschonen, wassen, ondersteek plaatsen, wondverzorging, en om doorliggen te voorkomen. Tevens worden ze gebruikt om de zorgvrager langdurig op de zij te plaatsen.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
46. Het helpen van een zorgvrager bij het uit en in bed komen
Abstract
Afhankelijk van de toestand van de zorgvrager zul je als verpleegkundige hulp moeten bieden bij het mobiliseren. Mobiliseren betekent: in beweging brengen.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
47. Het helpen van een zorgvrager bij het lopen
Abstract
Zorgvragers die gerevalideerd worden, lopen vaak met hulpmiddelen. Deze hulpmiddelen worden voorgeschreven door de afdeling fysiotherapie. Er zijn echter ook zorgvragers die niet meer gerevalideerd worden, maar toch ondersteuning nodig hebben bij het lopen.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
48. Het helpen van een zorgvrager die gebruikmaakt van loophulpmiddelen (krukken, wandelstok, vierpoot, looprek, schuifelrek of rollator)
Abstract
Onder een loophulpmiddel wordt verstaan een niet aan het lichaam bevestigde voorziening, waarop de zorgvrager is aangewezen teneinde te kunnen staan of lopen (Verstappen).
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
49. Het helpen aanbrengen en verwijderen van een beenprothese bij een zorgvrager
Abstract
Prothesen (kunstmatige ledematen) zijn orthopedische hulpmiddelen die voor elke zorgvrager apart worden vervaardigd.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
50. Het aanbrengen en verwijderen van een beenspalk en een onderbeugel (orthese)
Abstract
Medicijnen kunnen op verschillende manieren toegediend worden.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans

De ademhaling, temperatuur en circulatie van een zorgvrager stimuleren en ondersteunen

Voorwerk
51. Het meten van de lichaamstemperatuur
Abstract
De temperatuurregulatie in het lichaam is een van de belangrijkste mechanismen die de interne functies van het lichaam instandhouden. De lichaamstemperatuur geeft de verhouding weer tussen de warmte die het lichaam produceert en de warmte die het afgeeft.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
52. Het observeren (meten) van de ademhaling
Abstract
Onder ademhalingsfrequentie verstaat men het aantal ademhalingen per minuut, waarbij één ademhaling bestaat uit een inademing en een uitademing (ofwel inspiratie en expiratie).
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
53. Het observeren (meten) van de polsslag
Abstract
Het opnemen van de polsslag wordt doorgaans aangeduid met pols tellen. Hieronder verstaan we het tellen van het aantal samentrekkingen van het hart per minuut.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
54. Het Meten van de bloeddruk volgens Riva Rocci
Abstract
Onder het meten of opnemen van de bloeddruk verstaan we het meten van de druk waarmee het bloed via de linkerkamer (ventrikel) in de grote lichaamsslagader (aorta) komt.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
55. Het aanwenden van koude
Abstract
In een aantal verpleegsituaties is het aanwenden van koude een door de arts voorgeschreven handeling. Ga echter altijd nauwkeurig na wat hieronder verstaan moet worden, er zijn namelijk verschillende gradaties in koude te onderscheiden. Afgezien van het koelen na een verstuiking mag een hulpverlener nooit op eigen initiatief koude aanwenden.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
56. Het aanwenden van warmte
Abstract
Het aanwenden van warmte komt in alle voorkomende verpleeg- en zorgsituaties voor. Dit neemt echter niet weg dat het aanwenden van warmte met zorgvuldigheid gedaan moet worden omdat het risico van oververhitting of verbranding altijd aanwezig is.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
57. Hulp bieden aan een zorgvrager die dreigt flauw te vallen
Abstract
Duizeligheid ontstaat wanneer sprake is van onvoldoende bloedtoevoer naar de hersenen. De hersencellen krijgen daardoor te weinig zuurstof. Er kan een licht zweverig gevoel ontstaan met de neiging tot flauwvallen. Flauwvallen onderscheidt zich van bewusteloosheid (of coma) door de twee volgende kenmerken: het bewustzijn is minder lang afwezig dan bij bewusteloosheid en de zorgvrager reageert op pijnprikkels.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans

Het slaap/waakritme van een zorgvrager stimuleren en ondersteunen

Voorwerk
58. Het afhalen en opmaken van een bed zonder zorgvrager
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
59. Het afhalen en opmaken van een bed met zorgvrager
Abstract
Afhankelijk van de beweeglijkheid en houding van de zorgvrager kies je de voor de zorgvrager meest ideale methode van bed opmaken.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans

Basisvaardigheden ten behoeve van specifieke zorgvragers

Voorwerk
60. Het afleggen van een overledene
Abstract
Als de zorgvrager is overleden dan geeft de verpleegkundige de familie de gelegenheid om afscheid te nemen. Vervolgens neemt de verpleegkundige de familie mee naar een ander vertrek om nog enkele belangrijke zaken door te spreken.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans

Medicijnen toedienen

Voorwerk
61. Het toedienen van medicijnen: per os/per rectum en vaginaal
Abstract
Medicijnen kunnen op verschillende manieren toegediend worden.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
62. Het toedienen van medicijnen: oogdruppels/-zalf, oordruppels en neusdruppels
Abstract
Het gebruik van oog-, oor- en neusdruppels wordt voorgeschreven door de arts. De medicijnen worden door de apotheker klaargemaakt.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
63. Het toedienen van neusdruppels bij een zorgvrager met een voorhoofdsholteontsteking (sinusitis)
Abstract
Het toedienen van neusdruppels is een eenvoudige handeling. Na instructie of het lezen van de bijsluiter is het voor de meeste zorgvragers makkelijk zelf te doen.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
64. Het toedienen van medicijnen via de huid (transdermaal)
Abstract
Via de huid kan het lichaam stoffen opnemen. Als de huid een stof resorbeert komt deze in de capillairvaten onder het huidoppervlak en daarna in de bloedbaan. Eenmaal via de bloedbaan aangekomen in het orgaan van bestemming doet de stof daar zijn werk.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
65. Het toedienen van zuurstof via een masker
Abstract
Zuurstof toedienen kan op verschillende manieren, afhankelijk van de medische indicatie, gebeuren. De opdracht daartoe komt altijd van een arts (hoeveelheid en duur).
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
66. Het toedienen van zuurstof via een neuskatheter
Abstract
Een zuurstofkatheter is een lange dunne slang met enkele kleine openingen aan de zijkanten. Het uiteinde van de katheter wordt via de neus tot de keelholte ingebracht. Zorgvragers vinden het vaak erg vervelend om een neuskatheter in te hebben: het is een naar gevoel en er treedt vaak een beschadiging van de slijmvliezen op. Voordeel van het op deze wijze toedienen van zuurstof is dat het niet belangrijk is of de zorgvrager door de neus of de mond ademt.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans

Injecteren

Voorwerk
67. Injecteren-algemeen
Abstract
Injecteren is het parenteraal (= buiten het spijsverteringskanaal om) toedienen van medicijnen. Injecteren zorgt voor een snellere opname in de bloedbaan dan orale toediening. Een ander voordeel van deze toediening is dat de zorgvrager niet aanspreekbaar hoeft te zijn en niet hoeft te slikken. Een nadeel is dat er geprikt moet worden en de huid beschadigd raakt, bovendien is het pijnlijk.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
68. Het openen van een ampul
Abstract
Medicatie voor injectie wordt vaak geleverd in een ampul. Ook vloeistoffen om medicinaal poeder op te lossen worden in ampullen geleverd. Het openbreken van een ampul vraagt enige handigheid. Door dit regelmatig volgens de juiste voorschriften te doen gaat dit meestal zonder dat de ampul op de verkeerde manier openbreekt en de vingers worden beschadigd.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
69. Het oplossen van de poedervorm waarin het medicijn door de fabrikant aangeleverd wordt
Abstract
Veel medicatie bestemd voor een injectie wordt door de fabrikant in gevriesdroogde vorm geleverd. Alvorens de medicatie toegediend kan worden, moet deze eerst opgelost worden. Op de flacons met poeder staat aangegeven de wijze van oplossen en de hoeveelheid benodigd oplosmiddel.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
70. Het toedienen van een subcutane injectie
Abstract
De juiste plaats voor het toedienen van een subcutane injectie is afhankelijk van het doel waarvoor men de injectie geeft.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
71. Het toedienen van een intramusculaire injectie
Abstract
Door middel van een intramusculaire injectie wordt een lichaamsvreemde stof, met behulp van een holle naald in het weefsel van de zorgvrager gespoten. Dit veroorzaakt plaatselijke pijn en een beschadiging van de huid. Wanneer de zorgvrager overgevoelig is voor een bepaalde stof kan er een (soms lichte, soms zware) allergische reactie ontstaan. Soms kan de allergische reactie levensbedreigend zijn.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
72. Het klaarzetten, voorbereiden en assisteren bij het inbrengen van een intraveneus infuus
Abstract
Door middel van een intraveneus infuus wordt via een ader een steriele, niet-irriterende (isotone) vloeistof in de bloedbaan van de zorgvrager gebracht. De vloeistof wordt via een naald in de ader van de hand, onderarm of onderbeen toegediend. De hoeveelheid vocht die een zorgvrager ontvangt wordt verdeeld over een bepaalde voorgeschreven periode. Een infuus kan om allerlei redenenen worden aangelegd en er is een grote verscheidenheid aan materiaal: steriele en pyrogeenvrije intraveneuze naalden en infuussystemen. Welk specifiek materiaal gekozen wordt verschilt per instelling en per arts.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
73. Het verwisselen, afsluiten en verwijderen van een intraveneus infuus
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
74. Het observeren en registreren van een intraveneus infuus
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans

Wonden verzorgen

Voorwerk
75. Het aantrekken en aangeven van steriele handschoenen
Abstract
Steriele technieken en chirurgische asepsis vormen belangrijke onderdelen van de verpleegkundige zorg. Dit geldt niet alleen voor het werken in operatiekamers en afdelingen voor intensive care/intensive treatment.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
76. Het openen en sluiten van steriel materiaal
Abstract
Steriel verpakt materiaal kan worden verstrekt door de firma (rechtstreeks uit de handel) of door een centrale sterilisatieafdeling van de instelling. In de meeste gevallen wordt voor het sluiten sterilisatiekleefband gebruikt of is de verpakking met behulp van laserstralen dichtgesmolten (sealed). De kleur van het band duidt aan wat voor soort sterilisatie het materiaal heeft ondergaan en een band, sticker of stempel vermeldt tevens de vervaldatum.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
77. Het verzorgen van een wond
Abstract
De tijd heelt alle wonden is een bekend spreekwoord, maar voor nogal wat wonden geldt dat er veel meer dan alleen tijd bij komt kijken.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
78. Het verzorgen van drains
Abstract
Het verzorgen van een drain maakt onderdeel uit van wondverzorging. Meestal wordt dit gedaan voorafgaande aan of na de dagelijkse wasbeurt. Wanneer er sprake is van veel lekkage of bloedverlies langs de drain wordt de drain meerdere malen per dag verzorgd.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
79. Het verzorgen van een wond met wonddrainage
Abstract
In het operatiegebied kan de chirurg verschillende typen drains aanbrengen. Drains worden gebruikt om bloed en overtollig weefselvocht uit het wondgebied af te laten vloeien en zo de kans op infectie te verkleinen en genezing te bevorderen. De drains kunnen vlak onder de huid maar ook dieper in het weefsel aangebracht worden, afhankelijk van de grootte en diepte van het geopereerde gebied. Drains worden gemaakt van rubber of plastic; ze worden in disposable vorm verstrekt. Wanneer vocht wordt afgezogen maakt men gebruik van een zachte en gelijkmatige afzuigkracht (vacuümsysteem of elektrische afzuigapparatuur).
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
80. Het verbinden van een zorgvrager met een stomp (na amputatie)
Abstract
Een amputatie kan uitgevoerd worden in het kader van de behandeling van acute en chronische ziekten, carcinomen, letsel en circulatiestoornissen. Amputaties kunnen een teen, een deel van de voet, een onderbeen, bovenbeen en knie en ook een volledig been betreffen. Hetzelfde geldt uiteraard ook voor andere extremiteiten. De stomp wordt verbonden om zo snel mogelijk (na vier tot zes weken) een prothese aan te kunnen leggen. Meestal begint men met een lichte, voorlopige prothese.
I. Oldenburger, L. Uyttewaal, G. Afink, A. Laarmans
Nawerk
Meer informatie
Titel
Vaardigheden basisverpleegkunde
Auteurs
I. Oldenburger
L. Uyttewaal
G. Afink
A. Laarmans
Copyright
2001
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-9540-8
Print ISBN
978-90-313-3488-9
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9540-8