Skip to main content
Top

2011 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Urotheelcelcarcinoom

Auteurs : R. P. Meijer, Dr. B. W. G. van Rhijn

Gepubliceerd in: Het urologie formularium

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

De Nederlandse Kankerregistratie vermeldt voor het jaar 2008 een incidentie van 5697 nieuwe patiënten met blaaskanker, met een man-vrouwverhouding van 3,6 : 1,0. Bij mannen betreft het 5,2% van alle voorkomende maligniteiten. In ongeveer 70% van deze gevallen gaat het om een niet-spierinvasief blaascarcinoom, waarbij de blaastumor zich beperkt tot het urotheel (stadium Ta, carcinoma in situ (CIS)) of maximaal ingroeit tot in de lamina propria van de blaaswand (T1). Bij het niet-spierinvasieve blaascarcinoom neemt CIS een bijzondere plaats in, aangezien deze afwijking een hoog risico op recidief en progressie heeft. Bij het spierinvasieve blaascarcinoom groeit de tumor tot minimaal in de detrusorspier (≥ T2).

Metagegevens
Titel
Urotheelcelcarcinoom
Auteurs
R. P. Meijer
Dr. B. W. G. van Rhijn
Copyright
2011
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8863-9_10