Abstract
Bij het uitvoeren van een segmentaal onderzoek in de praktijk zal men zich steeds moeten realiseren dat de verschijnselen nooit geïsoleerd beschouwd mogen worden. Eén enkel teken, symptoom of zone zegt niet zoveel, het is vooral de combinatie van verschillende segmentale verschijnselen die de waarschijnlijkheid van een bepaalde orgaanaandoening vergroot. Segmentaal onderzoek kan de gebruikelijke wijze van onderzoek nooit geheel vervangen, maar vormt juist een aanvulling op de gebruikelijke methoden van inspectie, palpatie en auscultatie. Essentieel is dat het elementaire waarnemingsproces centraal staat. Wanneer in de praktijk zou blijken dat inderdaad soms vroegere en betere diagnosen gesteld kunnen worden, zou dit onderzoek natuurlijk een aanwinst zijn. Meer kostbare en belastende onderzoekingen kunnen dan achterwege blijven.