Skip to main content
Top

2011 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Toedieningsvormen van geneesmiddelen bij astma en COPD

Auteur : Prof. dr. P.N.R. Dekhuijzen

Gepubliceerd in: Het pulmonaal formularium

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Voor de medicamenteuze behandeling van astma en COPD zijn meer toedieningsvormen beschikbaar dan bij andere indicaties. Het betreft orale medicatie, inhalatietherapie, rectale toediening en injecties. Orale medicatie is alleen nog geïndiceerd wanneer patiënten niet in staat zijn te inhaleren, zoals het geval kan zijn bij patiënten met stoornissen van het bewegingsapparaat, bij kleine kinderen of wanneer de betrokken stof niet in inhaleerbare vorm beschikbaar is. Dat laatste is het geval bij theofyllinederivaten en thiazinamium, beide evenwel geen stoffen van eerste keus. De dosering van orale middelen moet, onder meer als gevolg van de enterohepatische kringloop, een veelvoud zijn van die bij inhalatie. In uitzonderingssituaties, zoals de genoemde en bij exacerbaties, wordt nog wel de voorkeur gegeven aan orale medicatie. Voor kleine kinderen (baby's en peuters) valt de keus in de huisartspraktijk bij een passage`re bronchusobstructie vaak op orale middelen, met name dranken, omdat voor inhalatietherapie op zeer jonge leeftijd speciale voorzieningen nodig zijn (zie par. 15.4.3). Bij aanhouden van de klachten wordt het treffen van deze voorzieningen noodzakelijk.

Metagegevens
Titel
Toedieningsvormen van geneesmiddelen bij astma en COPD
Auteur
Prof. dr. P.N.R. Dekhuijzen
Copyright
2011
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8631-4_15