Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap 13/2008

01-01-2008 | Onderzoek

Telefonische triage van kinderen met koorts: wat bepaalt of er een consult volgt?

Auteurs: Miriam Monteny, Marjolein Berger, Hans van der Wouden, Berth Broekman, Bart Koes

Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 13/2008

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Monteny M, Berger MY, Van der Wouden JC, Broekman BJ, Koes BW. Triage van kinderen met koorts op de huisartsenpost: wat bepaalt of er een consult volgt? Huisarts Wet 2008;51(13):646-51.
Inleiding Ernstige infecties komen weliswaar weinig voor bij kinderen, maar wanneer ouders de huisartsenpost bellen omdat hun kind koorts heeft, zal de huisarts dat kind vaak toch persoonlijk willen zien. De bestaande richtlijnen voor triage zijn echter bedoeld voor kinderen die al verwezen zijn, en dus niet per se geschikt voor gebruik op de huisartsenpost. Wij onderzochten welke factoren bij de triage op de huisartsenpost van invloed zijn op de uiteindelijke contactvorm.
Methode Assistentes op de huisartsenpost in Rotterdam-Zuid vulden een korte vragenlijst in wanneer ouders opbelden omdat hun kind (tussen drie maanden en zes jaar oud) koorts had. De assistentes gingen ook na hoe bezorgd de ouders waren. Wij onderzochten of de telefonische triage uiteindelijk leidde tot een telefonisch advies, een consult op de post of een huisbezoek. De kinderen waarom het ging, verdeelden we in twee leeftijdsgroepen: jonger dan anderhalf jaar en ouder dan anderhalf jaar. Voor beide leeftijdsgroepen ontwikkelden we een prognostisch model.
Resultaten Op de huisartsenpost meldden zich 422 kinderen met koorts. Van hen kwam 73% uiteindelijk naar de post voor een consult. De jongste leeftijdsgroep maakte de grootste kans op een consult wanneer de ouders meldden dat hun kind minder dronk en benauwd was. Bij kinderen ouder dan anderhalf jaar was die kans het grootst wanneer de koorts langer dan twee dagen duurde, wanneer het kind volgens de ouders suf was of wanneer het volgens de ouders een bleke, grauwe of gevlekte huid had. Bij alle kinderen met deze alarmsymptomen verliep de triage conform de richtlijn. Kinderen die géén alarmsymptomen hadden, werden vaker ingepland voor een consult als de ouders zich zorgen maakten, ongeacht hun leeftijd.
Conclusie De assistentes op de huisartsenpost volgden in grote lijnen de richtlijn. Verrassend genoeg bleek dat de meeste kinderen volgens de ouders alarmsymptomen hadden, hetgeen de validiteit van het vragen naar deze symptomen aan de ouders twijfelachtig maakt.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Literatuur
1.
go back to reference Bruijnzeels MA, Foets M, Van der Wouden JC, Van den Heuvel WJ, Prins A. Everyday symptoms in childhood: occurrence and general practitioner consultation rates. Br J Gen Pract 1998;48:880-4. Bruijnzeels MA, Foets M, Van der Wouden JC, Van den Heuvel WJ, Prins A. Everyday symptoms in childhood: occurrence and general practitioner consultation rates. Br J Gen Pract 1998;48:880-4.
2.
go back to reference Moll van Charante EP. Dutch general practitioners in a time of change: studies on out-of-hours and GP hospital care [proefschrift]. Amsterdam: AMC/Universiteit van Amsterdam, 2007. Moll van Charante EP. Dutch general practitioners in a time of change: studies on out-of-hours and GP hospital care [proefschrift]. Amsterdam: AMC/Universiteit van Amsterdam, 2007.
3.
go back to reference Nederlands Huisartsen Genootschap. NHG-TelefoonWijzer: een leidraad voor triage en advies. Utrecht: NHG, 2007. www.nhg.org, geraadpleegd oktober 2008. Nederlands Huisartsen Genootschap. NHG-TelefoonWijzer: een leidraad voor triage en advies. Utrecht: NHG, 2007. www.​nhg.​org, geraadpleegd oktober 2008.
4.
go back to reference Berger MY, Boomsma LJ, Albeda FW, Dijkstra RH, Graafmans TA, Van der Laan JR, et al. NHG-Standaard Kinderen met koorts: Tweede herziening. Huisarts Wet 2008:51(6):287-96. www.nhg.org, geraadpleegd oktober 2008. Berger MY, Boomsma LJ, Albeda FW, Dijkstra RH, Graafmans TA, Van der Laan JR, et al. NHG-Standaard Kinderen met koorts: Tweede herziening. Huisarts Wet 2008:51(6):287-96. www.​nhg.​org, geraadpleegd oktober 2008.
5.
go back to reference Richardson M, Lakhanpaul M, Guideline Development Group and the Technical Team. Assessment and initial management of feverish illness in children younger than 5 years: summary of NICE guidance. BMJ 2007;334:1163-4. Richardson M, Lakhanpaul M, Guideline Development Group and the Technical Team. Assessment and initial management of feverish illness in children younger than 5 years: summary of NICE guidance. BMJ 2007;334:1163-4.
6.
go back to reference Van den Bruel A, Bartholomeeusen S, Aertgeerts B, Truyers C, Buntinx F. Serious infections in children: an incidence study in family practice. BMC Fam Pract 2006;7:23. Van den Bruel A, Bartholomeeusen S, Aertgeerts B, Truyers C, Buntinx F. Serious infections in children: an incidence study in family practice. BMC Fam Pract 2006;7:23.
7.
go back to reference Okkes TM, Oskam SK, Lamberts H. Van klacht naar diagnose: episodegegevens uit de huisartspraktijk. Bussum: Coutinho, 1998. Okkes TM, Oskam SK, Lamberts H. Van klacht naar diagnose: episodegegevens uit de huisartspraktijk. Bussum: Coutinho, 1998.
Metagegevens
Titel
Telefonische triage van kinderen met koorts: wat bepaalt of er een consult volgt?
Auteurs
Miriam Monteny
Marjolein Berger
Hans van der Wouden
Berth Broekman
Bart Koes
Publicatiedatum
01-01-2008
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Huisarts en wetenschap / Uitgave 13/2008
Print ISSN: 0018-7070
Elektronisch ISSN: 1876-5912
DOI
https://doi.org/10.1007/BF03086987

Andere artikelen Uitgave 13/2008

Huisarts en wetenschap 13/2008 Naar de uitgave

Intermezzo

Ervaring

Spreekuur4U!

De huilbaby