2014 | OriginalPaper | Hoofdstuk
15. Speekselklieraandoeningen
Auteur : A. Vissink
Gepubliceerd in: Speeksel en speekselklieren
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
Algemeen voorkomende verschijnselen die gepaard gaan met bacteriële of virale ontstekingen van de speekselklieren zijn pijn, zwellingen en obstructie van de afvoergangen. Als gevolg hiervan is de speekselsecretie vaak verlaagd en zijn de concentraties elektrolyten en eiwitten veranderd.
-
Bij het syndroom van Sjögren lijkt bij veel patiënten in een vroeg stadium vooral de secretie van de gl. submandibulares/linguales af te nemen. In deze fase is de secretie uit de gl. parotise vaak nog (sub)normaal. Bij het voortschrijden van de aandoening neemt de parotissecretie verder af. In een vroeg stadium klagen patiënten met het syndroom van Sjögren vooral over monddroogheid in rust en ’s nachts, terwijl zij bij eten weinig tot geen problemen ondervinden.
-
Bij het syndroom van Sjögren treden specifieke veranderingen van speeksel op zoals een verhoging van het lipidegehalte, in het bijzonder van fosfolipiden, een verhoging van immuuncomponenten, waaronder IgG en β2-microglobuline en abnormale s-IgA-moleculen met anti-IgG-antilichaamactiviteit. Niet-specifieke veranderingen die optreden zijn een relatief sterke Na+- en Cl--toename en daling van de fosfaatconcentratie.
-
De invloed van speekselkliertumoren op speeksel blijft grotendeels beperkt tot voortgaande reductie van de secretiesnelheid en de eiwitconcentratie.
-
Behandeling van tumoren in het hoofd-halsgebied waarbij de speekselklieren in het bestralingsveld zijn gelegen en een cumulatieve dosis ontvangen die de herstelcapaciteit van de desbetreffende speekselklier(en) te boven gaat, resulteert gewoonlijk in xerostomie en een verminderde speekselsecretie van de bestraalde speekselklieren.
-
De acute gevolgen van chemotherapie voor de mondholte zijn vooral mucositis, smaakveranderingen en xerostomie. De effecten van chemotherapie op de speekselklieren zijn gewoonlijk reversibel.
-
Bestraling van de speekselklieren leidt zowel acuut als op lange termijn tot een daling van de speekselsecretie. De effecten op de orale mucosa en de smaakgewaarwording hebben dikwijls een meer tijdelijk karakter, hoewel de orale mucosa wel gevoeliger blijft voor invloeden van buitenaf (atrofie) en de patiënten vaak ervaren dat de smaak na herstel is veranderd.
-
De effecten van bestraling op speekselklierweefsel zijn veelal irreversibel. De introductie van nieuwe bestralingstechnieken zoals IMRT hebben de mate van stralingsschade aan het speekselklierweefsel verminderd, maar niet in zodanige mate dat de patiënten geen monddroogheidsklachten meer ervaren.
-
Bij het natriumretentiesyndroom treedt zo nu en dan pijnloze unilaterale zwelling op van de gl. parotis; het parotisspeeksel wordt gekarakteriseerd door een extreem lage Na+- en bicarbonaatconcentratie.
-
Bij sialoadenose treedt pijnloze zwelling op van beide gl. parotise. De samenstelling van het parotisspeeksel wordt gekarakteriseerd door een hoge K+-, totaaleiwit- en amylaseconcentratie.