Skip to main content
Top

2020 | OriginalPaper | Hoofdstuk

3. Ritmestoornissen

Auteur : K. P. Loh

Gepubliceerd in: Cardiovasculaire ziektebeelden

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In dit hoofdstuk worden ritme- en geleidingsstoornissen van het hart behandeld. Bradycardieën worden veroorzaakt door gestoorde of afwezige prikkelvorming in de sinusknoop en/of gestoorde prikkelgeleiding van de sinusknoop naar boezems, AV-knoop en kamers. Afhankelijk van de mate van geleidingsvertraging of geleidingsblok in de AV-knoop spreekt men van een eerste-, tweede- of derdegraads-AV-blok. Bij symptomatische bradycardieën zonder corrigeerbare oorzaak moet een pacemakerimplantatie overwogen worden. De mechanismen voor tachycardieën zijn abnormale automatie, getriggerde activiteit en cirkelgeleiding (re-entry). Atriumfibrilleren en atriumflutter zijn de meest voorkomende supraventriculaire ritmestoornissen. De behandelstrategieën voor atriumfibrilleren zijn controle van de kamerfrequentie of ritmecontrole en op indicatie adequate antistolling ter voorkoming van trombo-embolieën. Naast de medicamenteuze behandeling speelt katheterablatie een steeds grotere rol bij ritmecontrole. Ook voor AV-nodale re-entry of AV-re-entry tachycardieën is een katheterablatie een effectieve behandeling. Ventriculaire ritmestoornissen kunnen ontstaan in een normaal hart, maar worden vaker veroorzaakt door structurele of elektrische hartafwijkingen. Hierbij spelen erfelijke hartziekten een belangrijke rol.
Metagegevens
Titel
Ritmestoornissen
Auteur
K. P. Loh
Copyright
2020
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2386-9_3