Samenvatting
Ongeveer 40 % van de patiënten genezen van kanker ervaart pijnklachten, bijna 30 % zelfs matig tot ernstige pijn. ‘Kankerpijn’ is in de regel multifactorieel bepaald. Er kunnen vele oorzaken zijn voor chronische pijn na kanker. De behandeling zal dan ook multimodaal moeten zijn, uitgaande van het biopsychosociale model (somatisch, cognities, emoties, gedrag, sociaal). Bij de niet-medicamenteuze behandeling van pijn zijn drie groepen interventies te onderscheiden: (1) cognitieve en gedragsgerichte behandelingen, (2) oefentherapie en (3) therapie gericht op ontspanning. Bij medicamenteuze therapie wordt de WHO-pijnladder gevolgd. Chronisch opioïdengebruik dient vermeden te worden. In geselecteerde gevallen worden ook andere behandelingen overwogen, zoals de interventionele behandelingen door een pijnspecialist of hyperbare zuurstoftherapie van weefselschade na radiotherapie.