2008 | OriginalPaper | Hoofdstuk
Overheidsbeleid inzake geweld tegen vrouwen in relaties
van gezondheids- tot veiligheidsprobleem
Auteurs : Marijke Naezer, Renée Römkens
Gepubliceerd in: Vrouwenhulpverlening 1975-2000
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Het bestrijden van geweld tegen vrouwen vormt een van de eerste aandachtspunten in de tweede feministische golf. Het is ook een van de eerste onderwerpen waarover de landelijke overheid zich uitspreekt en waarvoor beleid wordt ontwikkeld. Wat dat betreft zien we het laatste kwartaal van de twintigste eeuw niets minder dan een historische omslag: van een nauwelijks benoemd privé-probleem wordt geweld tegen vrouwen voorwerp van publieke zorg. Verschillende groot opgezette onderzoeken in de jaren '80 tonen aan dat geweld in de privésfeer niet alleen veel voorkomt, maar ook een onderwerp is dat vanuit heel uiteenlopende invalshoeken kan worden bekeken. Dat betekent dat het raakt aan tal van beleidsterreinen. In dit hoofdstuk wordt uiteengezet hoe die verschillende invalshoeken in de loop der jaren in het Nederlandse beleid gestalte hebben gekregen
1
en welke verschuivingen zich in de loop der jaren in het Nederlandse beleid hebben voorgedaan. In de eerste jaren stond de opvang van slachtoffers centraal. Vanaf 1990 is er een toenemende nadruk op integratie van autonome hulpverleningsprojecten in bestaande hulpverleningsvoorzieningen en vanaf het midden van de jaren negentig is er een toenemende aandacht voor de dader en de juridische aspecten van de problematiek. De term ‘huiselijk geweld’ komt in zwang en het probleem wordt niet langer alleen als een gezondheids- maar ook als een veiligheidsvraagstuk gedefinieerd.