Gepubliceerd in:
01-10-2011 | Import
Oppervlakkige veneuze trombose
Auteur:
Dr. I. Wichers
Gepubliceerd in:
Huisarts en wetenschap
|
Uitgave 10/2011
Log in om toegang te krijgen
Extract
Van oudsher maakt men onderscheid tussen oppervlakkige veneuze trombose (OVT) en diepe veneuze trombose (DVT) van het been op basis van de ligging van de veneuze vaten. OVT werd doorgaans beschouwd als een onschuldige aandoening. Uit nieuwe gegevens blijkt dat dit standpunt genuanceerd moet worden. Patiënten met een OVT hebben namelijk een verhoogd risico op veneuze trombo-embolie (VTE). Ook de etiologie vertoont opmerkelijke overeenkomsten: erfelijke trombofilie (bijvoorbeeld factor V Leiden) en verworven aandoeningen (zoals immobiliteit of maligniteit) komen net zo vaak voor bij OVT als bij VTE. Opmerkelijk is dat 25% van de patiënten met een OVT tegelijkertijd een DVT of longembolie blijkt te hebben, waarbij de DVT regelmatig in het contralaterale been gevonden wordt. Hieruit blijkt dat OVT geassocieerd is met een algehele verhoogde tromboseneiging. Mogelijk kan dus niet worden volstaan met lokale behandeling. Tot kort geleden waren er slechts een paar gerandomiseerde onderzoeken naar de behandeling van OVT, die echter geen uitsluitsel gaven over het nut van behandelen, de duur en optimale dosering van antistolling. …