Skip to main content
Top

2011 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Oncolytica

Auteurs : Dr. F.M.N.H. Schramel, dr. G.J.M. Herder, prof. dr. N. van Zandwijk

Gepubliceerd in: Het pulmonaal formularium

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Cytostatica (ook aangeduid als oncolytica) remmen de celdeling en dus ook celwoekering, doordat zij ingrijpen in voor de cel essentiële processen, veelal door interactie met DNA. Een behandeling met traditionele cytostatica gaat in het algemeen gepaard met verschijnselen van toxiciteit, omdat deze middelen geen onderscheid maken tussen tumor- en normale (‘gezonde’) cellen. De toxiciteit van de verschillende cytostatica is variabel en onder meer afhankelijk van de dispositie van de middelen in het lichaam en de eliminatie via de nieren en de lever. Vooral de structuren in het lichaam die bekendstaan om hun snelle cel- ‘turnover’, bijvoorbeeld beenmerg, huid en het slijmvlies van het maag-darmkanaal, zijn extra gevoelig voor cytostatica. Het beenmerg blijkt bij chemotherapie vaak een beperkende factor. Frequente bijwerkingen van cytostatica(combinaties) door effecten op beenmerg, huid en slijmvliezen, nieren en zenuwstelsel zijn infectie, vermoeidheid (anemie), haaruitval, pijnlijke monden slikklachten, diarree, verminderde nierfunctie, misselijkheid, braken en zenuwpijn aan voeten en handen.

Metagegevens
Titel
Oncolytica
Auteurs
Dr. F.M.N.H. Schramel
dr. G.J.M. Herder
prof. dr. N. van Zandwijk
Copyright
2011
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8631-4_19