Skip to main content
Top

2006 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Obesitas

Auteurs : Dr. J. D. Bosch, Drs. P. J. Daansen

Gepubliceerd in: Psychologie en geneeskunde.

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Lenka is een 28-jarige alleenstaande vrouw. Hoewel ze als kind al mollig was, werd ze zich dit rond haar veertiende onaangenaam bewust door opmerkingen van haar moeder: ‘Pas nou toch op dat je niet te dik wordt’. Haar moeder had een groot gezin willen hebben. Na haar (tweede) doodgeboren zoontje bleef het echter bij één dochter. Dit grote verlies werd, evenals veel andere dingen thuis, volledig doodgezwegen. Lenka beschrijft haar tienerjaren dan ook als beklemmend. Lenka had het idee dat je niet over gevoelens mocht praten. Wel werd erop gelet wat anderen van je vonden. In navolging van haar moeder, die haar leven lang gepreoccupeerd is geweest met haar eigen lichaamsomvang, is ze kort na haar puberteit zelf ook de strijd aangegaan met haar overgewicht.

Thuis werd er gezond gegeten. Moeder lette er strikt op dat alle noodzakelijke voedingsstoffen in de maaltijden zaten en dat deze vooral niet te vet waren. Ook was te veel snoepen thuis taboe. Daar kon ze zich uitstekend aan de eetregels houden, maar op school begon ze samen met vriendinnen wel veel te snoepen. Zo nam ze geleidelijk in gewicht toe, maar maakte zich nog niet echt zorgen. Het werd pas later een groot probleem: haar eerste echte verliefdheid liep uit op zo'n grote teleurstelling dat dit het begin vormde van de frequent terugkerende eetbuien. Met lijnen, snoepen en heel veel sporten ging het in die tijd op en af. Vanaf haar 24e jaar nam ze alleen nog maar in gewicht toe. Haar extreme overgewicht schrijft ze vooral toe aan het niet om kunnen gaan met gevoelens en het troost zoeken in eten. Haar dik-zijn voelt als een soort ‘pantser’, ‘waarmee je de mannen van je lijf houdt en je je beschermt tegen teleurstellingen’. Zelf legt ze ook een verband met haar eerste verliefdheid. Naast haar extreme overgewicht zijn dus ook psychosociale problemen aanleiding voor haar om psychologische hulp te zoeken.

Eenmaal eerder is ze in therapie geweest. Gedurende die behandeling kon ze zich enorm schuldig voelen over de op haar moeder gerichte woede, omdat die haar al te zeer belemmerde in haar streven naar autonomie. Door de behandeling leerde ze beter over haar gevoelens te praten, maar haar agressie werd er niet minder om. Wel trad er een verschuiving op. Ze begon de agressie letterlijk op haar lichaam te richten en walgde van zich zelf. Via allerlei programma's in de media over eetstoornissen kreeg ze meer inzicht in de mechanismen rond haar gestoorde eetgedrag. Toch bleef haar eetdrang, met de voortdurende drang tot afvallen, afgewisseld met vreetbuien en ontevredenheid over haar uiterlijk, bestaan. Bij de intake geeft ze te kennen vooral af te willen van het dagelijks gefixeerd zijn op haar lichaam en op eten.

Metagegevens
Titel
Obesitas
Auteurs
Dr. J. D. Bosch
Drs. P. J. Daansen
Copyright
2006
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9254-4_15