Samenvatting
Een nodus is een circumscripte palpabele weerstand in de cutis of subcutis gelegen, al dan niet boven de huid verheven, > 1 cm, over het algemeen genezend met littekenvorming. Als de laesie < 1 cm is, spreekt men van een nodulus. Het anatomische substraat van nodeuze afwijkingen kan zeer verschillend zijn. Wanneer er cel- of weefselvermeerdering is, spreekt men van een tumor. Wanneer de celophoping op een ontsteking berust, spreekt men van infiltraat. De belangrijkste huidziekten waarbij nodi en noduli voorkomen, zijn naar pathologisch-anatomisch substraat ingedeeld. Erythema nodosum, lepra, leishmaniasis en necrobiosis lipoidica worden in dit hoofdstuk behandeld.