2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk
NHG-Standaard CVA
Auteurs : S Verhoeven, G H M I Beusmans, S T B Van Bentum, J J Van Binsbergen, H J C M Pleumeekers, J Schuling, T j Wiersma
Gepubliceerd in: NHG-Standaarden 2009
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Patiënten met een CVA moeten op korte termijn worden verwezen voor opname op een
stroke-unit
, tenzij de uitvalsverschijnselen slechts gering van omvang zijn of spontaan al sterk verbeteren.
Patiënten met een CVA kunnen in aanmerking komen voor trombolyse als daar binnen drie uur na het ontstaan van de uitvalsverschijnselen mee begonnen kan worden.
Bij patiënten met een CVA die thuisblijven omdat de uitvalsverschijnselen spontaan sterk verbeteren, gelden vrijwel dezelfde risicofactoren voor hart- en vaatziekten en de daaruit voortvloeiende maatregelen als bij patiënten met een TIA.
Bij patiënten met een CVA die thuisblijven, draagt de huisarts zorg voor een spoedige start van de revalidatie en periodieke evaluatie van het beloop en de behoefte aan zorg.
Ook in de chronische fase hebben patiënten met een CVA en hun centrale verzorgers behoefte aan voorlichting.