2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk
NHG-Standaard Acuut coronair syndroom
Acuut myocardinfarct en instabiele angina pectoris
Auteurs : F H Rutten, H G L M Grundmeijer, E W M Grijseels, S T B Van Bentum, J M A Hendrick, M Bouma, W Eizenga, B Van Pinxteren
Gepubliceerd in: NHG-Standaarden 2009
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Het begrip ’acuut coronair syndroom’ (ACS) omvat zowel het acute myocardinfarct (AMI) als instabiele angina pectoris (IAP). Deze diagnosen zijn voor de huisarts niet met zekerheid te onderscheiden.
Verwijs bij het vermoeden van een ACS met klachten in rust met spoed en bij een ACS zonder klachten in rust dezelfde dag.
Bij het vermoeden van een ACS is in de huisartsenpraktijk geen plaats voor aanvullend onderzoek.
Geef bij het vermoeden van een ACS een oplaaddosis acetylsalicylzuur 160 mg en bij pijn op de borst een snelwerkend nitraat sublinguaal.
Bij ST-elevaties op het elektrocardiogram (ECG) (gemaakt door ambulanceverpleegkundigen) is behandeling geboden die gericht is op snelle reperfusie door percutane coronaire interventie of (pre)hospitale trombolyse.
Bij een normaal ECG of een ECG met alléén ST-depressies is nadere diagnostiek in het ziekenhuis aangewezen.