Samenvatting
In dit eerste hoofdstuk staan twee aspecten van pijn centraal: de onderliggende pijnfysiologische en de pijnpsychologische mechanismen. Dit hoofdstuk omvat de definitie van pijn, de neurofysiologie van acute en chronische pijn, de invloed van coping, gedachten, percepties, emoties en cognities op pijn, en de invloed van stress en slaapdeprivatie op pijn. Binnen de neurofysiologie van acute pijn belichten we het perifere zenuwstelsel (neuronen, axonen en de actiepotentiaal), het centrale zenuwstelsel (het ruggenmerg, de dorsale hoorn, ascenderende en descenderende banen, en de verwerking op hersenniveau), het mechanisme achter nociceptieve inhibitie en facilitatie, en hoe en waarom perifere sensitisatie tot stand komt. Bij de neurofysiologie van chronische pijn gaan we in op de mechanismen achter chronische pijn en centrale sensitisatie, waaronder windup, disfunctionele nociceptieve inhibitie en overactieve nociceptieve facilitatie, sensitisatie op hersenniveau en de invloed van gliacellen. Dit alles zou moeten leiden tot een summiere kennis van de neurofysiologie en neuropsychologie van chronische pijn, die de basis zal vormen voor de rest van dit boek, waarin de revalidatie voor de patiënt met chronische pijn centraal staat.