Abstract
Chirurgische ingrepen aan het zenuwstelsel werden tot circa honderd jaar geleden uitgevoerd door algemeen chirurgen. In de tweede helft van de 19e eeuw nam de kennis van functies van het zenuwstelsel echter al toe door experimenten van Ferrier betreffende de corticale functies, experimenten van Sherrington die onder andere betrekking hadden op de reflexen, en door bevindingen bij autopsie, zoals Broca’s werk over afasie en de waarnemingen van Brown-Séquard bij het spinale letsel. Nieuwe ingrepen werden bedacht, zoals de uitschakeling van het ganglion van Gasser bij trigeminusneuralgie (Krause, 1893), de doorsnijding van de achterwortel en de chordotomie (Foerster, respectievelijk 1908 en 1912) tegen pijn.