Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Bijblijven 6/2008

01-06-2008 | Artikelen

Moet alles wat kan?

Auteur: Mevr. Prof. Dr. K. Horstman

Gepubliceerd in: Bijblijven | Uitgave 6/2008

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De zwangerschap is tegenwoordig niet langer een natuurlijk proces; er wordt steeds meer gekeken naar de medische risico’s. Bij de medicalisering van de zwangerschapszorg spelen historische processen, medisch-technologische ontwikkelingen en economische en demografische motieven een rol. De medicalisering van de zwangerschap is op twee manieren te verantwoorden: rationalistisch of pragmatisch. De eerste manier geeft voorrang aan de wetenschappelijke mogelijkheden voor prenatale diagnostiek en kijkt daarna naar de ethiek. De tweede manier kijkt in hoeverre de techniek bij kan dragen aan de vormgeving van ‘goed leven’.
Beide manieren leiden tot verschillende antwoorden op de vraag: Moet alles wat kan? Bij de rationele benadering moeten vrouwen individueel bepalen of zij wel of geen gebruik maken van preventieve technieken. Het is de vraag of dit een reële optie is, want er is steeds minder begrip voor de keuze om dit niet te doen. De pragmatische benadering biedt tegenwicht doordat ze wetenschappelijke kennis over risico’s en de beschikbaarheid van technieken minder een stempel laat drukken op de vraag wat goede zwangerschapszorg is. Er zijn immers nog vele andere goede redenen om een advies wel of niet op te volgen of een test wel of niet te doen.
Beide benaderingen bieden ook andere handvatten voor de professionals die bij de zwangerschapszorg betrokken zijn, en dus ook voor huisartsen. Bij de rationalistische benadering moet de professional zich primair richten op het geven van goede voorlichting, terwijl de pragmatische benadering veel meer uitnodigt om mensen te helpen bij hun worsteling met goed leven en gezond leven tijdens de zwangerschap. Voor huisartsen is deze laatste, gezien hun praktijk en visie van integrale zorg, misschien wel bij uitstek geschikt.
Literatuur
1.
go back to reference Swaan A de. De mens is de mens een zorg. Amsterdam: Meulenhoff, 1982. Swaan A de. De mens is de mens een zorg. Amsterdam: Meulenhoff, 1982.
2.
go back to reference Marland H, Rafferty AM, editors. Midwives, society and childbirth. Debates and controversies in the modern period. London: Routledge, 1997. Marland H, Rafferty AM, editors. Midwives, society and childbirth. Debates and controversies in the modern period. London: Routledge, 1997.
3.
go back to reference Akrich M, Pasveer B. Multiplying obstetrics: techniques of surveillance and forms of coordination. Theoretical Medicine and Bioethics 2000;21(1):63-83.CrossRefPubMed Akrich M, Pasveer B. Multiplying obstetrics: techniques of surveillance and forms of coordination. Theoretical Medicine and Bioethics 2000;21(1):63-83.CrossRefPubMed
4.
go back to reference Mackenbach J. Editorial. European Journal of Public Health 2005;15(6):555-6. Mackenbach J. Editorial. European Journal of Public Health 2005;15(6):555-6.
5.
go back to reference Horstman K, Houtepen R. Worstelen met gezond leven. Ethiek in de preventie van hart- en vaatziekten. Amsterdam: Het Spinhuis, 2005. Horstman K, Houtepen R. Worstelen met gezond leven. Ethiek in de preventie van hart- en vaatziekten. Amsterdam: Het Spinhuis, 2005.
6.
go back to reference Horstman K. Preventie na 2000: tussen wetenschap en het goede leven. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen 2000(2):45-50. Horstman K. Preventie na 2000: tussen wetenschap en het goede leven. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen 2000(2):45-50.
7.
go back to reference Horstman K, Houtepen R. Van sturen naar leren. In: Jacobs G, Mey R, Tenwolde H, Zomer Y, redactie. Goed werk. Verkenningen van normatieve professionalisering, pp. 106-25. Amsterdam: Uitgeverij SWP, 2008. Horstman K, Houtepen R. Van sturen naar leren. In: Jacobs G, Mey R, Tenwolde H, Zomer Y, redactie. Goed werk. Verkenningen van normatieve professionalisering, pp. 106-25. Amsterdam: Uitgeverij SWP, 2008.
8.
go back to reference Tronto J. Moral boundaries: A Political Argument for an Ethic of Care. New York/London: Routledge, 1993. Tronto J. Moral boundaries: A Political Argument for an Ethic of Care. New York/London: Routledge, 1993.
9.
go back to reference Geelen E, Horstman K, Widdershoven G. Opgelucht maar ook aangedaan. Ervaringen van vrouwen met risicoschattende testen in de zwangerschap. Tijdschrift voor Verloskundigen 2004;29(7):21-25. Geelen E, Horstman K, Widdershoven G. Opgelucht maar ook aangedaan. Ervaringen van vrouwen met risicoschattende testen in de zwangerschap. Tijdschrift voor Verloskundigen 2004;29(7):21-25.
10.
go back to reference Zwieten M. Constructing results in prenatal diagnosis: beyond technological testing and moral decisionmaking. In: Vries G de, Horstman K, editors. Genetics from laboratory to society. Societal learning as an alternative to regulation, pp. 17ȓ36. Basingstoke: Palgrave Macmillan, 2008. Zwieten M. Constructing results in prenatal diagnosis: beyond technological testing and moral decisionmaking. In: Vries G de, Horstman K, editors. Genetics from laboratory to society. Societal learning as an alternative to regulation, pp. 17ȓ36. Basingstoke: Palgrave Macmillan, 2008.
11.
go back to reference Tijmstra T. Het imperatieve karakter van medische technologie en de betekenis van ‘geanticipeerde beslissingsspijt’. Ned. Tijdschr Geneeskd 1987:1128ȓ31. Tijmstra T. Het imperatieve karakter van medische technologie en de betekenis van ‘geanticipeerde beslissingsspijt’. Ned. Tijdschr Geneeskd 1987:1128ȓ31.
12.
go back to reference Ploeg I van der. ‘Paren’, ‘foetussen’ en individualiteit-over voortplantingstechnologie en hybriden. In: Berg M, Mol A. Ingebouwde normen. Medische technieken doorgelicht, pp. 71-93. Utrecht: Van der Wees, 2001. Ploeg I van der. ‘Paren’, ‘foetussen’ en individualiteit-over voortplantingstechnologie en hybriden. In: Berg M, Mol A. Ingebouwde normen. Medische technieken doorgelicht, pp. 71-93. Utrecht: Van der Wees, 2001.
13.
go back to reference Caspar M. Working around human fetuses: the contested domain of fetal surgery. In: Berg M., Mol A. Differences in medicine. Unraveling practices, techniques and bodies, pp. 28-53. London: Duke University Press, 1998. Caspar M. Working around human fetuses: the contested domain of fetal surgery. In: Berg M., Mol A. Differences in medicine. Unraveling practices, techniques and bodies, pp. 28-53. London: Duke University Press, 1998.
14.
go back to reference Gunsteren H van, Hoed P den. Burgerschap in praktijken. 's-Gravenhage: Sdu Uitgeverij, 1992. Gunsteren H van, Hoed P den. Burgerschap in praktijken. 's-Gravenhage: Sdu Uitgeverij, 1992.
15.
go back to reference Nussbaum M. Wat liefde weet. Emoties en moreel oordelen. Amsterdam: Boom, 1998. Nussbaum M. Wat liefde weet. Emoties en moreel oordelen. Amsterdam: Boom, 1998.
16.
go back to reference Mol A. De logica van het zorgen. Actieve patiënten en de grenzen van het kiezen. Amsterdam: Van Gennip, 2006. Mol A. De logica van het zorgen. Actieve patiënten en de grenzen van het kiezen. Amsterdam: Van Gennip, 2006.
Metagegevens
Titel
Moet alles wat kan?
Auteur
Mevr. Prof. Dr. K. Horstman
Publicatiedatum
01-06-2008
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Bijblijven / Uitgave 6/2008
Print ISSN: 0168-9428
Elektronisch ISSN: 1876-4916
DOI
https://doi.org/10.1007/BF03076365

Andere artikelen Uitgave 6/2008

Bijblijven 6/2008 Naar de uitgave