Top

Gepubliceerd in:

01-01-1997 | Methoden

Meting van spieractiviteit in het gezicht

Auteur:

Gepubliceerd in: Neuropraxis | Uitgave 1/1997

Samenvatting

Er zijn verschillende redenen om activiteit van spieren in het menselijk gelaat te registreren. Een voor de handliggende reden is het bepalen van ervaren emoties, omdat het menselijk gelaat hét medium is waarop emoties geuit worden. Op ander terrein heeft recent onderzoek uitgewezen dat gelaatsspieractiviteit, in het bijzonder van spieren in het bovenste deel van het gelaat, beschouwd kan worden als een betrouwbare index van mentale inspanning. Verder is activiteit geregistreerd om het functioneren en disfunctioneren van bepaalde spieren te onderzoeken, bijvoorbeeld in verband met kauwproblemen Gelaatsspieractivieit is ook geregistreerd om de diepte van de narcose te bepalen of om neurologische stoornissen te onderzoeken.

vorige artikel ‘Mijn gezicht laat een grove asymmetrie zien’

volgende artikel Een hartinfarct in de hersenen

Aramideh, M., Ongerboer de Visser, B.W., Koelman, J.H.T.M., & Speelman J.L. (1995). Motor persistence of orbicularis oculi muscle in eyelid–opening disorders. Neurology, 45, 897–902.

Babinski, J. (1905). Hemispasme facial périphérique. Rev. Neurol. (Paris), 13, 151–158.

Boonstra, A.M. (1984) Het effect van laagfrequente elektrostimulatie op de gedenerveerde spier. Klinisch onderzoek (Proefschrift) Drukkerij Van Denderen, Groningen.

Borod, J.C. & Gelder, R.S. van (1990) Facial asymmetry: expression and paralysis. (Introduction of the guest–editors) International Journal of Psychology, 25, 135–139.

Boxtel, A. van (1997). Persoonlijke mededeling.

Cacioppo, J.T., Tassinary, L.G., & Fridlund, A.J. (1990). The skeletomotor system. In: J.T. Cacioppo & L.G. Tassinary (Eds.), Principles of psychophysiology: Physical, social, and inferential elements (pp. 325–384). New York: Cambridge University Press.

Dimberg, U. (1990). Facial electromyography and emotional reactions. Psychophysiology, 27, 481–494.

Dimberg, U. (1997). Rapid facial reactions. Biological psychology, II, 115–123.

Ekman, P., & Friesen, W.V. (1978). The Facial Action Coding System: A technique for the measurement of facial movement. Palo Alto: Consulting Psychologist Press.

Gelder, R.S. van, Bernard, B.G.E.S., & Devriese, P.P. (1995). Myofeedback bij perifere zenuwlaesies. In: J.L.M. Franssen (red.), Handboek oppervlakte–elektromyografie. pp. 279–295 Utrecht: De Tijdstroom.

Gelder, R.S. van, Bernard, B.G.E.S., Heymans, P.G., Wiggers, M. (1994) Peripheral facial paralysis: evaluation of effects in a case–study. Eur. Arch. of O.R.L. (Suppl.), 563–564.

Gelder, R.S. van, & Heymans, P.G. (1997). Effecten van een perifere aangezichtsverlamming in de loop van dertien jaar. Fysioscoop, 3, 8–13.

Gelder, R.S. van, Zegers, J.G., Wieringen, P.C.W. van, Whiting, H.T.A., Kobus, M.H., & Devriese, P.P. (1985). Perifere aangezichtsverlamming en aspecten van de behandeling. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, 12, 236–249.

Heymans, P.G., & Gelder, R.S. van (1988a). Een insnijdende levensgebeurtenis. Psychologie, 11, 40–43.

Heymans, P.G., & Gelder, R.S. van (1988b). Gezichtsverlies. Psychologie, 11, 44–45.

Milerad, E., Ericson, M.O., Nisell, R., & Kilbom, A. (1991). An electromyographic study of dental work. Ergonomics, 34, 953–962.

Montserrat, L. & Benito, M. (1988) Facial Synkinesis and Aberrant Regeneration of Facial Nerve. In: J. Jankovic & E. Tolosa (Eds.) Facial dyskinesias. New York: Raven Press.

Moran, C.J. & Neely, J.G. (1996) Patterns of facial nerve synkinesis. Laryngoscope, 106 (12) 1491–1496.

Ohyama, M. Obata, E. & Furuta, S. (1985). Color electromyographic topographic analysis of facial movements. Am. J. of Otolaryngology, 6, 185–190.

Paloheimo, M. (1990). Quantitative surface electromyography (qEMG): applications in anaesthesiology and critical care. Acta Anaesthesiologica Scandinavica, 34, Supplementum 93.

Ross, B. Nedzelski, J.M. & McLean, J.A. (1991) Efficacy of feedbacktraining in longstanding facial nerve paresis. Laryngoscope, 101, 744–750.

Seddon, H.J. (1943). Three types of nerve injury. Brain, 66, 237–288.

Stennert, E. (1982). Das autoparalytische Syndrom – ein Leitsymptom der postparetischen Fazialisfunktion. Arch. of Otorhinolaryngol. 236, 97–114.

Waterink, W. (1997). Facial muscle activity as an index of energy mobilization during processing of information: An emg study. Dissertatie. Delft: Uitgeverij Eburon.

Waterink, W., Boxtel, A. van, & Aalbers, A.H.J.A. (1996). Monitoring positive and negative affective responses to tv messages (pp. 96–98). In: A.J.J.M. Vingerhoets, F.J.J. van Bussel & Boelhouwer, A.J.W. (Eds.), The (non)expression of emotions in health and disease. Abstracts 1996. Tilburg: Katholieke Universiteit, Brabant.

Waterink, W., Gelder, R.S. van, & Heymans, P.G. In voorbereiding.

Wiggers, M., Gelder, R.S. van, & Heymans, P.G. (1987). The evaluation of facial paralysis: a case–study using the Facial Action Coding System and electromyography. J. of Clin. and Exp. Neuropsychology, 9, 278–279.

Titel: Meting van spieractiviteit in het gezicht
Auteur
Publicatiedatum: 01-01-1997
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in: Neuropraxis / Uitgave 1/1997
Print ISSN: 1387-5817
Elektronisch ISSN: 1876-5785
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03070898

Bohn Stafleu van Loghum

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

Samenvatting

Log in om toegang te krijgen

Andere artikelen Uitgave 1/1997

‘Mijn gezicht laat een grove asymmetrie zien’

Genetica: een panacee? – I

Dwang en hersenen

Een hartinfarct in de hersenen

Is het geest–breinprobleem oplosbaar?

Hersendisfunctie en Event Related Potentials