Skip to main content
Top

2015 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4. Mammacarcinoom

Auteurs : Dr. A. Jager, dr. L.B. Koppert, dr. C. Seynaeve

Gepubliceerd in: Het oncologie formularium

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Jaarlijks krijgen 14.000 vrouwen het mammacarcinoom, 75% van hen is ouder dan 50 jaar. Risicofactoren zijn: mutatie in het BRCA1/2-gen, atypische benigne mamma-afwijkingen, radiotherapie op de thoraxwand en mammacarcinoom of DCIS in de voorgeschiedenis.
Het meest voorkomende symptoom is een palpabele laesie in de borst. De diagnose wordt gesteld op basis van lichamelijk onderzoek, mammografie/echografie en pathologisch onderzoek.
De behandeling van het primair mammacarcinoom is een operatie, eventueel gevolgd door radiotherapie en/of systemische therapie. De keuze van systemische therapie wordt bepaald door tumorstatus, leeftijd, menopauzale status en oestrogeen/progesteron- en HER2neu-receptorstatus.
De tienjaarsincidentie van locoregionaal recidief is minder dan 5%. Chirurgie en/of radiotherapie zijn hier aangewezen, soms voorafgegaan of gevolgd door systemische therapie. De vijfjaarsoverleving is 40-65%.
Bij solitaire/oligometastatische ziekte is een multidisciplinaire en in opzet curatieve behandeling in een gespecialiseerde borstkankercentrum aangewezen.
Bij gemetastaseerde ziekte is systemische therapie de belangrijkste behandeloptie zonder curatieve intentie . De overleving varieert sterk.
Metagegevens
Titel
Mammacarcinoom
Auteurs
Dr. A. Jager
dr. L.B. Koppert
dr. C. Seynaeve
Copyright
2015
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0626-8_4