Inleiding
De trachea splitst zich in twee hoofdbronchi (links en rechts), waarbij de rechter hoofdbronchus steiler aftakt. Deze splitsing heet de carina. In de rechter long vertakt de bronchus zich in de bovenkwabsbronchus en bronchus intermedius naar midden- en onderkwab. In de linker long vertakt de bronchus zich verder in boven- en onderkwabsbronchus. Hierna verdelen de bronchi zich verder in segmentale bronchi en later tot bronchiolen, die zich vertakken in alveoli (longblaasjes) (figuur 18.1a). De longen zijn omgeven door een vlies (pleura) en ook de binnenkant van de borstkast is met een dergelijk vlies bekleed. Deze pleurae komen rond de hilus bij elkaar: de binnenste laag (viscerale pleura) en de buitenste laag (pariëtale pleura). De pleurae glijden bij de ademhalingsbeweging over elkaar heen; hiertussen bestaat een zeer smalle ruimte: de pleuraholte. In deze holte zit een dunne vochtfilm, waardoor de bladen aan elkaar blijven ‘kleven’. Omdat het hart aan de linkerkant ligt, is de linker long iets kleiner dan de rechter long. De volumina van de rechter en linker long verhouden zich hierdoor ongeveer als 4:3. De rechter long bestaat uit drie kwabben (boven, midden en onder) en de linker long uit twee (boven en onder). De kwabben worden verdeeld door fissurae interlobares: rechts twee fissurae (obliquae en horizontales) links één (obliqua) (figuur 18.1a). De kwabben zijn verder verdeeld in segmenten: rechts meestal tien en links meestal negen. De truncus pulmonalis vertakt zich in twee arteriae pulmonalis: rechts en links. De rechter longarterie vertakt zich verder in de bovenkwabsarterie waar ook de middenkwabsarterie uitkomt en basale arterie waaruit de onderkwabsarterie ontstaat. De linker longarterie vertakt zich in bovenkwabsarterie, lingula-arterie en basale arterie waaruit de onderkwabsarterie komt. Deze arteriën verdelen zich verder in segmentarteriën. Maar de anatomie van de longslagaders kent vele varianten. Beiderzijds komen er twee longvenen uit de hilus richting het linker atrium: rechts boven/onder en links boven/onder. De middenkwabsvene mondt in de rechter ondervene uit (figuur 18.1).