Inleiding
Voor patiënten met een geïsoleerde vorm van orgaanfalen bestaat al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw de mogelijkheid tot transplantatie. Nadat in de jaren tachtig met de introductie van ciclosporine grote vooruitgang werd geboekt op het gebied van immunosuppressie, zijn de uitkomsten na transplantatie sterk verbeterd. Analoog daaraan is het aantal orgaantransplantaties sindsdien fors toegenomen. In 2012 werden in Nederland iets meer dan twaalfhonderd orgaantransplantaties uitgevoerd. Organen die getransplanteerd kunnen worden, zijn de nier, de lever, de pancreas, de dunne darm, het hart, de longen en combinaties hiervan, alsmede een gedeelte van de lever en één in plaats van twee longen.