Skip to main content
Top

2008 | Boek

Behandeling van angststoornissen bij kinderen en adolescenten

Met het cognitief-gedragstherapeutisch protocol Denken + Doen = Durven

Auteur: Susan M. Bögels

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Angststoornissen zijn de meest voorkomende vorm van psychopathologie bij kinderen en jeugdigen en gaan vaak niet spontaan over. Bovendien leiden angststoornissen tot allerlei andere problemen, zoals schooluitval, depressie, alcoholmisbruik en problemen in het gezin.

Dit boek is een praktische gids voor de behandeling van kinderen en jongeren met angststoornissen. Het beschrijft hoe deze stoornissen kunnen ontstaan en gaat in op de effectiviteit van verschillende vormen van cognitieve gedragstherapie. De meest effectieve technieken zijn opgenomen in een gedetailleerd behandelprotocol, dat in dit boek wordt gepresenteerd. Het protocol is ontwikkeld op basis van een meerjarige studie in een aantal gerenommeerde Nederlandse behandelcentra, en is bewezen effectief en kosteneffectief.

Hulpverleners beschikken hiermee over een beproefde methode voor de behandeling van kinderen en jongeren in de leeftijd van 8 tot 18 jaar, die kampen met een angststoornis. De kinderen zelf en hun ouders kunnen tijdens de therapie aan de slag met de twee bijbehorende, rijk geïllustreerde werkboeken. Deze zijn apart te bestellen.

Het is ook mogelijk om een abonnement te nemen op de gehele reeks. Abonnees van de Kind en Adolescent Praktijkreeks ontvangen 15% korting op alle afzonderlijke delen van de praktijkreeks.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Angststoornissen bij kinderen
Samenvatting
Angst is een normaal verschijnsel in de ontwikkeling van kinderen, van babytijd tot volwassenheid. Angst is aangeboren, beschermt kinderen tegen allerlei gevaren en draagt bij aan hun overleving (Sanders-Woudstra, Verhulst, & De Witte, 1995). Baby’s starten hun leven met angst voor harde geluiden, felle lichten enzovoort, die hen beschermt tegen overstimulering van het ontwikkelende zenuwstelsel. De angst voor vreemden, die de meeste baby’s tussen zes en twaalf maanden ontwikkelen, beschermt hen tegen het gevaar van kidnapping en versterkt de hechting tussen het kind en de primaire verzorgers.
Susan M. Bögels
2. Onderzoek naar behandeling van angststoornissen in de kindertijd
Samenvatting
Cognitieve gedragstherapie is een bewezen effectieve therapie voor de meeste angststoornissen in de kindertijd. Een recente meta-analyse van 24 studies laat zien dat de gemiddelde effectsize van cognitieve gedragstherapie (CGT) .86 is en .66 na controle voor het effect van tijd en meten (wachtlijst) (In-Albon & Schneider, 2007). Effectsize is de naam die gegeven wordt aan een groep van indicatoren die de grootte van een behandeleffect meten. Anders dan significatietesten, zijn deze indicatoren onafhankelijk van de steekproefgrootte. Een effectsize >.8 wordt gekenmerkt als een groot effect, van .5 tot .8 als een middelmatig effect, en van .2 tot .5 als een klein effect. Het percentage kinderen dat genezen is van hun primaire angststoornis volgens deze meta-analyse is 55%, dit getal is inclusief de kinderen die de behandeling niet afmaakten.
Susan M. Bögels
3. Technieken voor cognitieve gedragstherapie bij kinderen
Samenvatting
Cognitieve gedragstherapie (CGT) bij kinderen is in tijd gelimiteerd, meestal ergens tussen de acht en twintig sessies. Doorgaans wordt het aantal zittingen vooraf afgesproken, zodat er een therapieplan per zitting gemaakt kan worden en het duidelijk is voor zowel therapeut als kind wanneer de behandeling ‘af’ moet zijn. Het ‘af’ zijn van een CGT betekend niet dat de klachten of problemen waarvoor het kind gekomen en verwezen is volledig over zijn. Het betekent dat kinderen (en hun omgeving) technieken geleerd hebben waarmee zij zelf aan de klachten of problemen verder kunnen werken. Een tijdslimiet heeft ook het voordeel dat deze de motivatie van het kind voor de therapie en het bij-behorende huiswerk vergroot.
Susan M. Bögels
4. Het protocol
Samenvatting
Trek voor dit eerste gesprek 1,5 uur uit, omdat de agenda erg vol is. Nodig beide ouders en het kind uit. Benadruk in de telefonische of schriftelijke uitnodiging dat het belangrijk is dat beide ouders aanwezig zijn bij dit gesprek en geef aan dat wanneer een van de ouders zich niet vrij kan maken op het aangegeven tijdstip, zij contact met de therapeut op moeten nemen om een andere tijd af te spreken. Het is de ervaring dat wanneer de therapeut niet start met beide ouders (doorgaans is dan de vader afwezig) het heel moeilijk is die ouder er alsnog bij te betrekken.
Susan M. Bögels
5. CGT in een groep
Samenvatting
CGT voor kinderen met angststoornissen wordt zowel individueel als in groepsverband toegepast. Wat is er bekend over de relatieve effectiviteit van individuele versus groepsCGT? Flannery-Schroeder en Kendall (2000) vergeleken de effectiviteit van een CGT-programma, Coping Cat, aangeboden in een groepssetting versus een individuele setting. Zij vonden geen significante verschillen tussen beide vormen, hoewel het percentage kinderen vrij van hun primaire angststoornis na groepstherapie lager was dan na individuele therapie (resp. 53% en 79%).
Susan M. Bögels
6. Implementatie, training, intervisie, supervisie, monitoring
Samenvatting
In dit boek zijn de effecten beschreven van een cognitieve gedragstherapie voor kinderen met angststoornissen die naar een tweedelijns centrum voor Kinderen Jeugd GGZ verwezen waren: 73% van de behandelde kinderen was vrij van de belangrijkste angststoornis drie maanden na afloop van de therapie. De benodigde technieken en het protocol van sessie tot sessie van deze therapie is uiteengezet. Kan een therapeut na lezing van dit boek en met behulp van de werkboeken voor kind en ouders, de behandeling met hetzelfde succespercentage uitvoeren? Met andere woorden, wat is ervoor nodig om de met deze therapie bereikte effecten te implementeren in de kinder- en jeugdzorg en GGZ?
Susan M. Bögels
Nawerk
Meer informatie
Titel
Behandeling van angststoornissen bij kinderen en adolescenten
Auteur
Susan M. Bögels
Copyright
2008
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-6577-7
Print ISBN
978-90-313-5165-7
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6577-7