Samenvatting
Mevrouw De Kleijn gaat vaak naar het toilet. Als ze net geweest is zegt ze opnieuw dat ze naar het toilet moet. Als je daar niks van zegt gaat ze weer. Niemand weet of ze elke keer een plas doet. ’s Nachts draagt ze incontinentiemateriaal. Gemiddeld drie keer in de week is ze overdag nat. Ze schaamt zich als ze nat is en verschoont zichzelf. De verzorging vindt dan soms nat incontinentiemateriaal in haar bed of in de kast of vindt een onderbroek in de afvalemmer. De laatste paar dagen maakt Sofie zich ongerust over haar. Ze gaat nog vaker dan anders naar het toilet en gisteren hoorde een verzorgende van de dagdienst haar op het toilet pijnlijk kreunen. In het natte incontinentieverband dat Sofie vanochtend vindt lijkt de kleur afwijkend. Mevrouw De Kleijn blijkt koorts te hebben en blijft op advies van de huisarts voorlopig in bed. Sofie vangt volgens zijn voorschrift een urinekweek op via eenmalige katheterisatie, omdat het ondoenlijk blijkt mevrouw De Kleijn te instrueren om een ‘midstream’ urine op te vangen.