Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Psychopraktijk 5/2012

01-11-2012 | Gesignaleerd

Klinische intuïtie: tijd voor rehabilitatie?

Auteur: Bohn Stafleu van Loghum

Gepubliceerd in: Psychopraktijk | Uitgave 5/2012

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Extract

Sinds de publicatie van onder anderen Garb (2005) waken veel hulpverleners er voor om te vertrouwen op hun klinische blik of intuïtie1. In de moderne evidence-based practice lijkt geen plaats meer voor zulke vage concepten. Er zijn immers onderzoeken waaruit blijkt dat clinici die daar anders over denken minder geneigd zijn evidence-based behandelingen te gebruiken en dat vermindert de betrouwbaarheid van hun oordelen aanzienlijk. Toch houden Cilia Witteman en collega’s van de Radboud Universiteit een pleidooi voor klinische intuïtie en vinden ze het tijd voor een rehabilitatie van dit begrip2. De auteurs maken duidelijk dat klinische intuïtie, net als andere vormen van intuïtie, automatische reacties zijn, gebaseerd op expliciet leren. Als dat leren plaatsvindt in representatieve situaties met adequate feedback, dan kunnen klinische intuïties naar hun mening heel bruikbaar zijn. De kenmerken van typerende gevallen gaan onbewust een patroon vormen, dat dan weer toegankelijk is voor snelle toepassing op soortgelijke gevallen. Het gebruik van intuïties neemt toe met de ervaring van de hulpverlener. Vaak is er overigens in de praktijk sprake van een mix van intuïtie en rationeel analyseren. Op ervaring gebaseerde intuïties kunnen bijvoorbeeld een rol spelen bij het ontwikkelen van diagnostische hypotheses. Hulpverleners kunnen die intuïties dan expliciet maken en ze als te testen hypotheses beschouwen. In een onderzoek gingen Witteman en collega’s na bij een groep van twintig psychotherapeuten in opleiding op welke wijze zij klinische intuïties gebruikten. Hiervoor werden zij geïnterviewd en vervolgens in een focusgroep nader bevraagd. Daaruit kwam naar voren dat hulpverleners de tekortkomingen van intuïtie onderkennen (bijvoorbeeld tunnelvisie), maar ook de meerwaarde ervan (bijvoorbeeld dat het hen helpt wanneer zij twijfelen). Allen realiseerden zich dat intuïtie tot bruikbare hypothesen kan leiden, die dan wel altijd nader beproefd moeten worden. De auteurs merken op, dat zolang hulpverleners zich dit laatste realiseren, die intuïtieve benadering meer aandacht verdient. Aangezien hulpverleners er bovendien in de praktijk altijd in meer of mindere mate gebruik van maken, zouden onderwijsprogramma’s aan de voors- en tegens van deze benadering ruimte moeten geven. Een stap verder is hoe we klinische intuïtie als belangrijke informatiebron voor hulpverleners gericht kunnen ontwikkelen. …
Literatuur
1.
2.
go back to reference Witteman CLM ea (2012) Clinical intuition in mental health care: A discussion and focus groups.Counselling psychology quarterly 25: 19-29CrossRef Witteman CLM ea (2012) Clinical intuition in mental health care: A discussion and focus groups.Counselling psychology quarterly 25: 19-29CrossRef
Metagegevens
Titel
Klinische intuïtie: tijd voor rehabilitatie?
Auteur
Bohn Stafleu van Loghum
Publicatiedatum
01-11-2012
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Psychopraktijk / Uitgave 5/2012
Print ISSN: 1878-4844
Elektronisch ISSN: 2210-7754
DOI
https://doi.org/10.1007/s13170-012-0075-3

Andere artikelen Uitgave 5/2012

Psychopraktijk 5/2012 Naar de uitgave