Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

24. Kindermishandeling

Auteur : E. A. F. Wentink

Gepubliceerd in: Poliklinieken, jeugdgezondheidszorg en arbodienst

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Bij signalen van mogelijke lichamelijke en/of psychische mishandeling en/of verwaarlozing en/of seksueel misbruik kan worden gemeld, bijvoorbeeld bij Veilig Thuis of de Raad (voor de kinderbescherming) of de politie. In veel gevallen zal dan vrijwillige hulp op gang komen. Soms is die hulp verplicht. Zelfs dan kunnen ouders dankbaar zijn dat het in gang is gezet. Voor de JGZ bestaat tegenwoordig de meldcode, die met name is bedoeld voor de jeugdartsen. Het is in het belang van het kind noodzakelijk de ogen te openen voor de risicofactoren, maar ook de beschermende factoren en in de eerste plaats voor het verschijnsel kindermishandeling op zichzelf in de brede definitie. Wie het niet wil zien, of niet kan zien, die ziet het niet. Dat is niet in het belang van het kind.
Metagegevens
Titel
Kindermishandeling
Auteur
E. A. F. Wentink
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1352-5_24