Skip to main content
Top

2006 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Kan iemand met negatieve reticuline- en gliadine-antistoftiters toch coeliakie hebben?

Auteur : Dr. C.J.J. Mulder

Gepubliceerd in: Vademecum permanente nascholing huisartsen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In een prospectief onderzoek verricht in Ziekenhuis Rijnstate in de periode 1995-1998 werden 120 nieuwe patiënten met coeliakie ingesloten. Bij patiënten met een volledige vlokatrofie had rond 90% van de patiënten antistoffen tegen gliadine en tegen endomysium. Bij lichtere vormen van vlokatrofie, bijvoorbeeld subtotale vlokatrofie, had slechts 60 à 70% van de patiënten deze antistoffen. Bij patiënten met partiële vlokatrofie had rond 30 tot 40% van de patiënten antistoffen. Dit betekent dat coeliakie goed kan voorkomen met negatieve antistoffen en vooral bij de lichtere vormen hiervan, die echter wel aanleiding kunnen geven tot bloedarmoede, osteopenie, infertiliteit en geassocieerde ziekte. Waarschijnlijk kunnen deze lichte vormen op den duur ook aanleiding geven tot Non-Hodgkin Lymfoom.
Metagegevens
Titel
Kan iemand met negatieve reticuline- en gliadine-antistoftiters toch coeliakie hebben?
Auteur
Dr. C.J.J. Mulder
Copyright
2006
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8808-0_1218