Samenvatting
In (artikel 463 van) de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) is bepaald dat de aansprakelijkheid van een hulpverlener of van het ziekenhuis niet contractueel kan worden beperkt of uitgesloten. In het algemeen gaat het daarbij om schuldaansprakelijkheid. Dat laatste betekent dat de hulpverlener of het ziekenhuis alleen aansprakelijk is voor schade die is ontstaan door verwijtbaar handelen, dus door het maken van een verwijtbare fout en niet voor schade als gevolg van gebruikelijke complicaties of evidente risico’s van de behandeling. Wel is dan van belang dat de hulpverlener de patiënt daarover vooraf heeft geïnformeerd. Bij medische aansprakelijkheid kan het gaan om materiële en immateriële schadevergoeding. Bij de eerste moet vooral worden gedacht aan letselschade en mogelijk ook (als gevolg van arbeidsongeschiktheid) aan inkomensschade, en bij de laatste aan smartengeld. Smartengeld kan in Nederland alleen worden uitgekeerd aan de betrokkene zelf, niet aan zijn nabestaanden of naasten.