Samenvatting
Voor zover bekend is er geen relatie tussen frequentie van ejaculatie en het optreden van Lower Urinary Tract Symptoms (LUTS), veroorzaakt door benigne prostaathyperplasie (BPH). De ejaculatie is fysiologisch gezien een zeer complexe gebeurtenis, grotendeels sympathisch geïnnerveerd. De prostaat is verantwoordelijk voor 20 tot 30% van het ejaculaatvolume. Bij de ejaculatie wordt de blaashals afgesloten en vervolgens worden spermatozoa, na menging met zaadblaas- en prostaatvocht, uitgedreven via de urethra. Na ejaculatie ontspant de blaashals langzaam waardoor eventuele mictie direct daarna als obstructief ervaren wordt (dunne, langzame straal). Recente onderzoeken laten zien dat bij mannen die veelvuldig zaadlozingen hebben, minder risico bestaat op het ontwikkelen van prostaatcarcinoom. Het is onduidelijk waarmee dit te maken heeft. Het is mogelijk dat hormonale factoren, naast testosteron, hierbij een rol spelen.