Top

Tijdschrift voor Psychotherapie

Gepubliceerd in:

01-05-2013 | Artikel

Is de ene therapeut beter dan de andere?

Een verkenning van therapeuteffecten in Nederland

Auteurs: Kim la Croix, Kim de Jong, Erik de Groot

Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Psychotherapie | Uitgave 3/2013

Samenvatting

• Dit onderzoek richt zich op verschillen in effectiviteit tussen therapeuten in Nederland en op therapeutfactoren die deze verschillen in effectiviteit kunnen verklaren. Bij een groep van zestien therapeuten werd de behandeleffectiviteit bepaald. De therapeuten werden verdeeld in ‘meest effectieve’ en ‘minst effectieve’ therapeuten, waarbij de meest effectieve een significant grotere mate van verbetering hadden op klachtniveau dan de minst effectieve. Sekse, leeftijd, aantal jaren werkervaring, discipline, referentiekader, zelfvertrouwen in het algemeen en vertrouwen in de competenties als therapeut konden dit verschil in effectiviteit niet verklaren. Er bleek een (negatief) significante samenhang te zijn tussen de mate van verbetering en vertrouwen in de eigen competenties als therapeut. Implicaties, beperkingen en suggesties voor vervolgonderzoek worden besproken.

vorige artikel Het effect van systematische feedback op de uitkomst van een kortdurende wachtlijstbehandeling in de ggz

volgende artikel Summaries

Ackerman, S.J. & Hilsenroth, M.J.(2003). A review of therapist characteristics and techniques positively impacting on the therapeutic alliance. Clinical Psychology Review, 23, 1-33.PubMedCrossRef

Bandura, A. (1997). Self-efficacy: the exercise of control. New York: Freeman.

Barkham,M., Stiles,W.B., Connell,J., Twigg,E., Leach, C. & Lucock, M.(2008). Effects of psychological therapies in randomized trials and practice-based studies. British Journal of Clinical Psychology, 47, 397-415.PubMedCrossRef

Brosan, L., Reynolds, S. & Moore, R.G. (2006). Factors associated with competence in cognitive therapists. Behavioural and Cognitive Psychotherapy, 35, 179-190.CrossRef

Brown, J., Lambert, M., Jones, E. & Minami, T. (2005). Identifying highly effective psychotherapists in a managed care environment. American Journal of Managed Care, 11, 513-520.PubMed

Castonguay,L.G.&Beutler,L.E.(2006). Principles of therapeutic change:a task force on participants, relationships, and technique factors. Journal of Clinical Psychology, 62, 631-638.PubMedCrossRef

Crits-Christoph P. & Mintz, J. (1991). Implications of therapist effects for the design and analysis of comparative studies of psychotherapies. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 59, 20-26.PubMedCrossRef

Hansen,N.B., Lambert, M.J. & Forman, E.M. (2002). The psychotherapy dose-response effect and its implications for treatment delivery services. Clinical Psychology: Science and Practice, 10, 507-508.CrossRef

10.

Henry,W.P., Schacht, T.E. & Strupp,H.H. (1990). Patient and therapist introject, interpersonal process, and differential psychotherapy outcome. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 5, 68-774.

11.

Henry,W.P., Strupp,H.H., Butler, S.F., Schacht, T.E. & Binder, J.L. (1993). Effects of training in time-limited dynamic psychotherapy: changes in therapist behavior. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 61, 434-440.PubMedCrossRef

12.

13.

Henry,W.P., Schacht, T.E. & Strupp, H.H. (1990). Patient and therapist introject, interpersonal process, and differential psychotherapy outcome. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 5, 68-774.

14.

15.

Huppert, J.D., Barlow, D.H., Bufka, L.F., Gorman, J.M., Shear, M.K. &Woods, S.W. (2001). Therapists, therapist variables and cognitive-behavioral therapy outcome in amulticenter trial for panic disorder. Journal of consulting and Clinical Psychology, 69, 747-755.PubMedCrossRef

16.

Jacobson, N.S. & Truax, P. (1991). Clinical significance: A statistical approach to defining meaningful change in psychotherapy research. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 59, 12-19.PubMedCrossRef

17.

Jong, K. de (2012). De rol van de behandelaar: de ‘vergeten’ factor in ROM. Tijdschrift voor Psychiatrie, 54, 197-201.PubMed

18.

Jong, K. de, Moerbeek, M. & Leeden, M. van der (2010). A priori power analysis in longitudinal three-level multilevelmodels: an example with therapist effects. Psychotherapy Research, 20, 273-284.PubMedCrossRef

19.

Jong, K. de, Nugter, M.A., Polak, M.G., Wagenborg, J.E.A., Spinhoven, P. & Heiser, W. J. (2007). The outcome questionnaire (OQ-45) in a Dutch population: a cross-cultural validation. Clinical Psychology and Psychotherapy, 14, 288-301.CrossRef

20.

Jong, K. de, Sluis, P. van, Nugter,M.A., Heiser,W. J. & Spinhoven, P. (2012). Understanding the differential impact of outcome monitoring: therapist variables that moderate feedback effect in a randomized clinical trial. Psychotherapy Research, 22, 464-474.PubMedCrossRef

21.

Jong, K. de, Timman, R., Hakkaart-van Roijen, L., Vermeulen, P., Kooiman, K., Passchier, J. & Busschbach, J. van (2012). The effect of outcome monitoring feedback to clinicians and patients in outpatient mental health: randomized controlled trial. Manuscript submitted for publication.

22.

Lambert, M.J.,Morton, J. J.,Hatfield,D.R., Harmon, C., Hamilton, S., Reid, R.C., Shimokawa, K., Christopherson, C.& Nurlingame, G.M. (2004). Administration and scoring manual for the OQ-45.2 (Outcome Questionnaire).

23.

Lutz,W., Scott, L.C.,Martinovich, Z., Lyons, J.S. & Stiles,W.B. (2007). Therapist effects in outpatient psychiatry: A three-level growth curve approach. Journal of Counseling Psychology, 54, 32-39.CrossRef

24.

Nathan, P.E., Stuart, S.P. & Dolan, S.L. (2000). Research on psychotherapy efficacy and effectiveness: Between Scylla and Charybdis? Psychological Bulletin, 126, 964-981.PubMedCrossRef

25.

Okiishi, J., Lambert, M.J.,Nielsen, S.L. & Ogles, B.M. (2003).Waiting for supershrink: an emperical analysis of therapist effects. Clinical Psychology and Psychotherapy, 10, 361-367.CrossRef

26.

Okiishi, J.C., Lambert, M.J., Eggett,D.,Nielsen, L., Dayton,D.D. & Vermeersch,D.A. (2006).An analysis of therapist treatment effects: toward providing feedback to individual therapists on their patients’ psychotherapy outcome. Journal of Clinical Psychology, 62, 1157-1172.PubMedCrossRef

27.

Scholz,U., Doña, B.G., Sud, S. & Schwarzer, R. (2002). Is general self-efficacy a universal construct? Psychometric findings from 25 countries. European Journal of Psychological Assessment, 18, 242-251CrossRef

28.

Teeuw,B., Schwarzer,R. & Jerusalem,M. (1994). Dutch adaptation of the general self-efficacy scale.

Titel: Is de ene therapeut beter dan de andere?
Een verkenning van therapeuteffecten in Nederland
Auteurs: Kim la Croix
Kim de Jong
Erik de Groot
Publicatiedatum: 01-05-2013
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Psychotherapie / Uitgave 3/2013
Print ISSN: 0165-1188
Elektronisch ISSN: 1876-5637
DOI: https://doi.org/10.1007/s12485-013-0030-8

Bohn Stafleu van Loghum

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

Samenvatting

Log in om toegang te krijgen

Andere artikelen Uitgave 3/2013

Judith Kay Nelson (2012). What made Freud laugh: An attachment perspective on laughter. New York: Routledge, 221 p., € 43,95

Inleiding

Het effect van systematische feedback op de uitkomst van een kortdurende wachtlijstbehandeling in de ggz

Summaries

Walter Krikilion (2012) Geestelijke gezondheidszorg in het licht van zingeving en spiritualiteit. Antwerpen/Apeldoorn: Garant, 214 p., € 21,00

Bijeenkomsten