2005 | OriginalPaper | Hoofdstuk
Inleiding
‘Vanouds bevinden zich veel oligofrenen in psychiatrische ziekenhuizen’, begon de spreker. Er ging een huivering door de zaal. Hij keek op maar zag niets wat de orde verstoorde en vervolgde zijn betoog. Het geroezemoes verstomde langzaam maar hij hield het ongemakkelijke gevoel dat zijn publiek niet meer echt luisterde. Hij was uitgenodigd om te spreken over de mogelijkheden van modern hersenonderzoek ter gelegenheid van de opening van één van de vijf SGLVG-klinieken die ons land rijk zou worden: klinieken voor sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten. Hem was verzekerd dat de huiver voor het medische model had plaatsgemaakt voor leergierigheid vanwege de hoop dat vanuit die hoek een frisse bijdrage aan de behandeling van gedragsstoornissen geleverd kon worden. Aan de grootte van het gehoor te zien klopte dat ook. De titel van zijn voordracht was prikkelend: ‘Temper Tantrums ten gevolge van atrofie van de Vermis van het Cerebellum’. Hij was ervan overtuigd dat die voor de aanwezigen na afloop van zijn verhaal met sprekende voorbeelden uit de praktijk en fraaie plaatjes van CT-scans, geen abracadabra meer zou zijn
.