Skip to main content
Top

2021 | OriginalPaper | Hoofdstuk

22. Hoofd- en aangezichtspijn

Auteurs : Prof. dr. J. B. M. Kuks, Prof. dr. J. W. Snoek, Dr. B. Jacobs, Drs. C. O. Martins Jarnalo

Gepubliceerd in: Leerboek klinische neurologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Hoofdpijn is een veel voorkomende klacht, zowel in de eerste als in de tweede lijn. Een zorgvuldige anamnese is het belangrijkste middel om tot een diagnose bij de klacht hoofdpijn te komen. Sommige vormen zijn namelijk goed te behandelen, andere met reguliere behandeling vrijwel niet. Na algemene beschouwingen over hoofdpijn (par. 22.1) wordt migraine uitvoerig behandeld (par. 22.2). Vervolgens komen de craniale neuralgieën (par. 22.3) en clusterhoofdpijn (par. 22.4) aan bod. Arteriitis temporalis valt enigszins buiten het kader van dit hoofdstuk, maar mag niet gemist worden en wordt daarom in par. 22.5 kort beschreven. Spanningshoofdpijn (tension-type hoofdpijn) is naast migraine de meest voorkomende hoofdpijnvorm (par. 22.6). Herkennen van medicatieafhankelijke hoofdpijn (par. 22.7) is belangrijk. Soms is er sprake van een potentieel ernstige onderliggende oorzaak (symptomatische hoofdpijn), vooral bij acute pijn (par. 22.8). Een open oog voor alarmsymptomen is noodzakelijk (par. 22.9).
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Metagegevens
Titel
Hoofd- en aangezichtspijn
Auteurs
Prof. dr. J. B. M. Kuks
Prof. dr. J. W. Snoek
Dr. B. Jacobs
Drs. C. O. Martins Jarnalo
Copyright
2021
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2630-3_22