Samenvatting
Diepe veneuze trombose en longembolie zijn in elkaar overlopende uitingen van veneuze trombo-embolie. Zo is gebleken dat bij patiënten met het klinische beeld van een trombosebeen in de helft van de gevallen ook longembolieën aantoonbaar zijn. Voor de behandeling is het dan ook niet zinvol een onderscheid te maken. Gezien de ongemakken en risico's die aan antistollingsbehandeling kleven, en gezien het feit dat in de helft tot 2/3 van de vermoede gevallen de diagnose veneuze trombo-embolie na aanvullend onderzoek wordt verworpen, is objectieve diagnostiek in alle gevallen noodzakelijk.