27-08-2020 | Biomechanica en Bewegingsanalyse
Hoe de te korte traptrede ouderen uit balans brengt
Auteur:
Chris Riezebos
Gepubliceerd in:
Podosophia
|
Uitgave 3/2020
Log in om toegang te krijgen
Samenvatting
Traplopen is voor veel 65-plussers een gevaarlijke bezigheid. Per jaar overlijden er bijna net zoveel van hen door een val van de trap als door deelname aan het verkeer. Uit een bewegingsanalyse blijkt dat de lenigheid van heup, knie en enkel, alsmede balans, coördinatie en spierkracht in voldoende mate aanwezig moeten zijn om veilig trap te kunnen lopen. Het zijn nu net deze fysieke eigenschappen die met het verouderen verminderen. Traplopen, met name een trap afdalen, is een ingewikkelde beweging: er is hierbij sprake van ‘gecontroleerd vallen’. Het valrisico wordt sterk verhoogd doordat er bij de meeste trappen sprake is van een discrepantie tussen de schoenmaat en de grootte van de aantrede (de voor-achterwaartse afmeting van de trede). Deze aantrede is meestal aanzienlijk kleiner dan de schoenlengte, waardoor niet de gehele voet op de trede kan worden geplaatst. Dit leidt bij iedere stap naar beneden tot een instabiele situatie. Een belangrijke vermindering van het valrisico zou wellicht te behalen zijn door trappen te maken met een aantrede van ca. 28 cm in plaats van de veel gebruikte 23 cm.