Skip to main content
Top

1997 | OriginalPaper | Hoofdstuk

3. Het operationaliseren van doelgedrag

Auteurs : Dr. J.D. Bosch, Drs. H.J. Ringrose

Gepubliceerd in: Mediatietherapie met ouders

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Na de intake-procedure kan de indicatie individuele mediatietherapie gesteld worden. In het adviesgesprek dienen de ouders er goed op worden voorbereid dat de behandeling via hen zal geschieden en dat hun kind niet rechtstreeks in behandeling komt. Dat betekent niet dat de therapeut het kind helemaal niet ziet. Op pragmatische gronden kan het van nut zijn het kind vooraf een keer te laten meekomen met de ouders. Op die manier kan de therapeut zelf een (globale) indruk verkrijgen van het kind. Ouders stellen het ook meestal op prijs dat, als ze met de therapeut over hun kind spreken, ze het gevoel hebben dat hij hun kind enigszins kent. Soms wordt de intake uitgebreid met verder psychodiagnostisch onderzoek, waardoor het kind alleen al daarom meerdere keren gezien wordt.
Metagegevens
Titel
Het operationaliseren van doelgedrag
Auteurs
Dr. J.D. Bosch
Drs. H.J. Ringrose
Copyright
1997
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7107-5_3