Betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid van een meetinstrument houdt in dat je bij herhaaldelijk meten onder dezelfde omstandigheden dezelfde uitslag krijgt
Bias
Een systematische fout of afwijking
Cocreatie
Een samenwerkingsvorm waarbij mensen die in de praktijk het probleem (of kans) ervaren, als medeonderzoekers deelnemen in het onderzoek, om samen tot oplossingen te komen
Cohort
Groep personen die worden onderzocht
Concurrente validiteit
De mate waarin de uitkomsten van een meetinstrument overeenkomen met gelijktijdig beschikbare criteriumgegevens
Confounder
Een variabele die zowel de afhankelijke variabele als de onafhankelijke variabele beïnvloedt, waardoor een valse associatie ontstaat
Constructvaliditeit (begripsvaliditeit)
De mate waarin de meetresultaten van een meetinstrument leiden tot een werkelijke indicatie van het construct waarover een uitspraak wordt gedaan
Controlegroep
Een groep die vergelijkbaar is met de interventiegroep, maar waarbij de interventie niet wordt uitgevoerd
Criteriumvaliditeit
Hiermee bepaal je in hoeverre het meetinstrument een voorspellende waarde heeft
Data-extractieformulier
Formulier voor het extraheren van data vanuit een studie voor een review
Effectgrootte
De grootte van het onderzochte effect
Etnografisch onderzoek
Kwalitatief onderzoek, waarbij het perspectief van de ander centraal staat
Expert-opinion
De mening of kennis van een expert op een bepaald gebied
Externe validiteit
De mate waarin de onderzoeksresultaten te vertalen zijn naar personen die niet in het onderzoek betrokken zijn
Fenomenologisch onderzoek
Kwalitatief onderzoek, waarbij de geleefde ervaring centraal staat
Gefundeerde theorievorming (grounded theory)
Onderzoeksmethode voor de ontwikkeling van theorieën door het systematisch verzamelen en analyseren van kwalitatieve gegevens
Hanteerbaarheid
De mate waarin het meetinstrument in de dagelijkse praktijk daadwerkelijk bruikbaar is, voor zowel de onderzoeker of therapeut als voor de deelnemer
Incidentie
Het aantal nieuwe gevallen van een ziekte per tijdseenheid, per aantal van de bevolking
Indruksvaliditeit
De onderzoeker of expert heeft de indruk dat de meting valide is
Inhoudsvaliditeit
De mate waarin de test de verschillende aspecten van het construct in kwestie meet
Inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid
De mate waarin de resultaten van metingen overeenkomen wanneer deze worden uitgevoerd door verschillende personen
Interne validiteit
De mate waarin de resultaten van het onderzoek ook daadwerkelijk kloppen voor de onderzochte deelnemers
Intra-beoordelaarsbetrouwbaarheid
De mate waarin de resultaten van metingen overeenkomen wanneer deze worden uitgevoerd door dezelfde personen
Iteratief proces
Een proces van herhaling, waarbij de voorgestelde verandering opnieuw wordt onderzocht in een actiecyclus van bijvoorbeeld een participatief actieonderzoek
Klinische relevantie
Betekenis van de resultaten van het onderzoek voor de praktijk
Kwalitatief onderzoek
Diepgaand onderzoek waarbij gedachten, ervaringen en meningen worden achterhaald
Kwantitatief onderzoek
Onderzoek waarbij getalsmatige data worden verkregen
Lost to follow-up
Uitval van proefpersonen tijdens een onderzoek
Minimal clinical importance
Minimale verschil in een behandeling die door een patiënt als relevant wordt beschouwd
Minimal detecable change
Minimale verschil dat daadwerkelijk gemeten kan worden
Mixed methods
Onderzoeksmethode waarbij gebruik wordt gemaakt van zowel kwantitatieve als kwalitatieve data
Ontwerponderzoek
Een vorm van actieonderzoek waarin de principes van een ontwerpcyclus centraal staan
Placebo
Een namaakbehandeling, vaak een nepmedicijn zonder werkzame stoffen
Poolen
Het gericht combineren van resultaten van verschillende studies voor de statistische bewerking in een meta-analyse
Power
Het vermogen om een studie om een werkelijk bestaand verschil of verband aan te tonen
Poweranalyse
Berekening voor de grootte van je steekproef
Predictieve validiteit
Geeft aan in hoeverre een meetinstrument een voorspellende waarde heeft
Prevalentie
Het aantal gevallen per duizend of per honderdduizend op een specifiek moment in de bevolking
Prospectief
Vooruitkijkend in de tijd. Een prospectief cohortonderzoek start aan de voorkant, waarbij de blootstelling (expositie) al bekend is. Vervolgens worden de deelnemers gevolgd in de tijd
Rapid review
Een reviewvorm die in een kortere tijd kan worden uitgevoerd in vergelijking met de standaard systematische review
Responsiviteit
Geeft aan in hoeverre het meetinstrument veranderingen in de tijd kan aantonen
Retrospectief
Terugkijkend in de tijd. Een retrospectief cohortonderzoek start juist op het moment dat de blootstelling aan een factor en de uitkomst daarvan al is gebeurd. Als onderzoeker kijk je dan terug in de tijd en diep je gegevens op uit het verleden
Scoping review
In een scoping review wordt een inventarisatie van de bestaande evidence gemaakt om daarmee kennislacunes in kaart te brengen. Is vaak een voorstadium van de systematische review
Selectiebias
Onvergelijkbare groepen, door een systematische afwijking bij de samenstelling van de groepen
Significant
Statistisch ...: de kans op toeval is klein, afhankelijk van het significantieniveau
Stakeholders
Belanghebbenden die met het probleem te maken hebben
Triangulatie
Het gebruik van meerdere bronnen of meetinstrumenten om dezelfde informatie op andere manieren in te winnen om de validiteit te vergroten
Validiteit
De mate waarin een test meet wat deze zou moeten meten
Wash-outperiode
Periode die minimaal nodig is na een interventie om de effecten ervan te laten verdwijnen