Skip to main content
Top

2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk

GEWETENSVORMING

Auteur : Rita Kohnstamm

Gepubliceerd in: Kleine ontwikkelingspsychologie I

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Een zelfstandig mens is niet alleen iemand die op eigen kracht dingen kan dóen. Minstens even belangrijk is dat hij of zij zelf kan oordelen wat in bepaalde situaties goed en wat fout is om te doen. Niet ‘goed of fout’ in de zin van wat het beste effect oplevert, maar in de morele betekenis. Dat innerlijk besef noemt men

geweten

. Het betekent niet dat je je altijd in overeenstemming met de normen van dat geweten gedraagt. Voor dat verschijnsel bestaan verschillende omschrijvingen waarvan ‘de geest is gewillig, maar het vlees is zwak’ wel de bekendste is. Je wéét wel hoe het moet, maar weten en doen is twee. Gedraag je je niet volgens je eigen geweten, dan krijg je last van

schuldgevoel

. Je geweten gaat knagen. Om dat te voorkomen, probeer je dus als het enigszins kan naar je geweten te luisteren. Het geweten wordt ook wel omschreven als een innerlijk richtsnoer of een kompas. Hoe groeit in kinderen zo’n ingebouwde stem van het geweten, waardoor op den duur niet steeds anderen hen hoeven te wijzen op wat lief is en stout, goed en kwaad? Met name drie aspecten zullen we in dit hoofdstuk behandelen. In de

eerste

plaats verschillende theorieën over het ontstaan van het geweten. In de

tweede

plaats wat er aan het gedrag van een opgroeiend kind is te merken van gewetensvorming. En in de

derde

plaats welke problemen bij de gewetensvorming kunnen rijzen.

Metagegevens
Titel
GEWETENSVORMING
Auteur
Rita Kohnstamm
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7686-5_11