Skip to main content
Top

2006 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4. Gevolgen van hoogtevrees

Auteurs : Jan van den Berg, Marieke Krämer, Laura Grootaarts

Gepubliceerd in: Omgaan met hoogtevrees

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Abstract

Wie last heeft van hoogtevrees, kan behoorlijk zenuwachtig worden als hij zich buiten Nederland moet begeven. Vakanties naar Duitsland of Oostenrijk worden als zenuwslopend ervaren. Dat komt door alle bergwegen en bruggen op deze route. Berghellingen kunnen voor sommigen een reden zijn om hun vakantiebestemming aan te passen. Bergopwaarts valt soms nog wel mee, maar bergafwaarts is een heel ander verhaal. Vooral als er zich aan de rechterzijde, de kant dus waar je rijdt, een gapende afgrond bevindt. Je bent je dan veel meer bewust van de hoogte. Bange chauffeurs kijken in zo’n geval voor geen goud de afgrond in, hun blik blijft strak gericht op de weg of op de bergwand. Naderende tegenliggers kunnen je het gevoel geven dat je te veel naar de zijkant van de weg moet uitwijken. Dat een automobilist halverwege een berg niet meer voor- of achteruit durft, is zeker niet uniek. Ook komt het voor dat het stuur wordt overgedragen aan een bijrijder en dat de hoogtevrezer met een jas over het hoofd op de achterbank gaat liggen om maar niets te hoeven zien van de bergachtige omgeving.
Metagegevens
Titel
Gevolgen van hoogtevrees
Auteurs
Jan van den Berg
Marieke Krämer
Laura Grootaarts
Copyright
2006
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9240-7_4